Figuur 16
1. Riemkap
3.
Draai de moer van de lagerbehuizing los
17).
Figuur 17
1. Moer van lagerbehuizing
2. Aandrijfriem van
messenkooi
4.
Gebruik een sleutel van 16 mm om de
lagerbehuizing te draaien zodat deze vrij kan
bewegen.
5.
Verwijder de riem
6.
Gebruik de tabel op de sticker in
de gewenste triminstelling te bepalen en na te
gaan welke poelies u moet verwijderen.
Opmerking:
Elke poelie heeft een nummer:
22, 24 of 25. Verplaats de poelies naar
de standen die de tabel aangeeft voor uw
triminstelling.
3. Drukveer
(Figuur
17).
Figuur 18
g016915
7.
Draai de 2 stelschroeven van elke poelie die u
moet verplaatsen los. Gebruik een inbussleutel.
8.
Verwijder de poelies.
(Figuur
9.
Monteer alle poelies volgens de nieuwe
configuratie op de sticker
Opmerking:
van elke poelie uitgelijnd zijn met de spie en het
platte oppervlak van de as.
10.
Draai de stelschroeven vast met een torsie van
8,3 tot 8,9 N·m.
11.
Monteer de riem.
12.
Zorg ervoor dat de drukveer de riem onder
spanning zet
13.
Draai de moer van de lagerbehuizing vast.
14.
Plaats de riemkap terug.
Stopbalk instellen
g017116
Stel de stopbalk af om ervoor te zorgen dat het
maaisel op behoorlijke wijze wordt afgevoerd uit de
omgeving van de messenkooi. Ga als volgt te werk:
Opmerking:
om veranderingen in de gazonomstandigheden te
compenseren. De afstand tussen de balk en de
messenkooi moet worden verkleind als het gazon
uitzonderlijk droog is. Als het gazon vochtig is,
moet de afstand tussen de balk en de messenkooi
om
echter vergroot worden. De balk moet evenwijdig
aan de messenkooi zijn om de beste prestaties te
verkrijgen. De balk moet altijd worden ingesteld als de
messenkooi is geslepen.
1.
Draai de schroeven los waarmee de bovenbalk
(Figuur
13
Figuur 18
(Figuur
Zorg ervoor dat de stelschroeven
(Figuur
17).
De balk kan worden aangepast
19) is gemonteerd aan het maaidek.
decal131-1820
18).