Inhoudsopgave
Advertenties
12.20 De bescherming tegen onjuiste invoer activeren of deactiveren
Met deze functie kunt u instellen of het toegangssysteem moet worden geblokkeerd als er 10 of meer onjuiste invoer-
gegevens na elkaar worden ingevoerd (standaardinstelling: uitgeschakeld).
Activeer de programmeermodus zoals in
beschreven; de LED begint rood te knipperen.
Voer de programmeercode
Selecteer de gewenste functie:
= de beveiligingsfunctie is gedeactiveerd (standaardinstelling)
= blokkering van 10 minuten (gedurende deze tijd is geen toegang tot het systeem mogelijk met een geldige
PIN/transponder/vingerafdruk of via het toetsenpaneel; mastertransponder en mastervingerafdruk hebben geen
functie; wisselcontact kan worden geactiveerd met de deuropenertoets); de blokkering van 10 minuten kan voor-
tijdig worden beëindigd door het toegangssysteem kortstondig te ontkoppelen.
= blokkering met alarm gedurende 1 tot 3 minuten (de alarmtijd kan worden ingesteld zoals
van de alarmtijd voor de beveiligingsfunctie" op pagina 35
worden opgeheven met een geldige PIN/transponder/vingerafdruk.
Voorzichtig!
In veel landen zijn er specifieke regels voor de duur van geluidssignalen. Ook al is het geluidssignaal van
het toegangssysteem niet zo luid als een sirene van een alarmsysteem, het kan toch onder de landspeci-
fieke voorschriften vallen.
Verlaat de instelmodus met de toets
uitvoeren of de programmeermodus met de toets
12.21 Instellen van de alarmtijd voor de beveiligingsfunctie
Als de functie
(blokkering met alarm) is geactiveerd zoals beschreven in
invoer activeren of deactiveren" op pagina
tot 3 minuten, standaardinstelling: 1 minuut).
Activeer de programmeermodus zoals in
beschreven; de LED begint rood te knipperen.
Voer de programmeercode in
Voer de gewenste alarmtijd in. Mogelijk is
Verlaat de instelmodus met de toets
uitvoeren of de programmeermodus met de toets
12.22
Toegang voor bezoeker activeren
In het toegangssysteem kunnen tot 10 verschillende bezoekerstransponders of bezoeker-PINs worden opgeslagen.
Hiervoor zijn de geheugencelnummers 990 - 999 beschikbaar.
Bezoekerstransponders en bezoeker-PINs kunnen een geprogrammeerd aantal toegangspogingen hebben (1 tot 10
pogingen), die ongeldig worden als ze verlopen zijn. U kunt bijvoorbeeld een bezoekerstransponder zo programme-
ren dat deze slechts één keer toegang verleent. Vervolgens verliest de bezoekerstransponder zijn geldigheid.
Nadat het voor de bezoekerstransponder/-PIN geprogrammeerde aantal toegangspogingen is gebruikt,
wist het toegangssysteem de transponder/PIN automatisch uit het geheugen. Nu kan een nieuwe bezoe-
kerstransponder/PIN worden toegewezen aan het verwijderde geheugencelnummer.
Wij raden u aan een tabel aan te maken en alle toegangsgegevens nauwkeurig te noteren (naam van
de bezoeker, aantal toegangspogingen, geheugencelnummer transpondernummer of PIN). Gebruik voor
bezoekerstransponders ook transponders met een andere kleur of vorm.
"12.4 Programmeermodus activeren/deactiveren" op pagina 18
in voor het beveiligen tegen onjuiste invoergegevens. De LED brandt dan geel.
. De LED knippert weer rood, u kunt nu de andere programmeringen
weer verlaten.
35, dan kunt u de alarmtijd instellen zoals hieronder beschreven (van 1
"12.4 Programmeermodus activeren/deactiveren" op pagina 18
voor het instellen van de alarmtijdsduur. De LED brandt dan geel.
.....
(= 1 - 3 minuten).
. De LED knippert weer rood, u kunt nu de andere programmeringen
weer verlaten.
beschreven); blokkering en alarm kunnen voortijdig
"12.20 De bescherming tegen onjuiste
is
in"12.21 Instellen
is
35
Advertenties
Inhoudsopgave
