Inhoudsopgave
Advertenties
12.5 Mastercode wijzigen
De mastercode is vereist voor alle programmeringen van het toegangssysteem en moet daarom als zodanig worden
geslecteerd.
In de standaardinstelling (of na het resetten van het codeslot) is de mastercode "123456". Om veiligheidsredenen
raden wij u ten sterkste aan deze mastercode te wijzigen zodra de programmering is voltooid en het toegangssysteem
normaal wordt gebruikt.
De mastercode moet altijd zes cijfers bevatten.
Activeer de programmeermodus zoals in
beschreven; de LED begint rood te knipperen.
Voer de programmeercode
Voer vervolgens de nieuwe mastercode in, bijvoorbeeld:
Bevestig dit met de toets
Voer de nieuwe mastercode nogmaals in, voorbeeld:
Bevestig dit met de toets
De LED knippert weer rood, u kunt nu de andere programmeringen uitvoeren of de programmeermodus met de
toets
weer verlaten.
12.6 Mastervingerafdruk inlezen/wissen
Op het toegangssysteem kan een individuele mastervingerafdruk worden ingelezen. Zo kunnen gebruikers snel PINs,
transponders of vingerafdrukken inlezen of wissen.
Voor de mastervingerafdruk is het geheugencelnummer 99 gereserveerd.
12.6.1 Mastervingerafdruk inlezen
Activeer de programmeermodus zoals in
beschreven; de LED begint rood te knipperen.
Voer de programmeercode
Voer het geheugencelnummer
Bevestig dit met de toets
Als geheugencelnummer 99 al door een mastervingerafdruk bezet is, dan geeft het toegangssysteem
3 snelle geluidssignalen en knippert de LED 3 x rood. Het is zodoende niet mogelijk om een bestaande
mastervingerafdruk te overschrijven. Verwijder eerst het geheugencelnummer 99 (zie hieronder), voordat
daar een andere mastervingerafdruk kan worden opgeslagen.
Voor het inlezen van de mastervingerafdruk moet de vingerafdrukkensensor 3 x na elkaar met dezelfde vinger
worden aangeraakt. Een LED-ring rondom de sensor brandt blauw als de sensor wordt aangeraakt. De LED-ring
brandt groen en een kort geluidssignaal is hoorbaar als de vingerafdruk correct is herkend.
Na de derde correcte inleesprocedure laat het toegangssysteem een langer geluidssignaal horen en wordt de
vingerafdruk opgeslagen. De LED brandt geel.
Als de vingerafdruk niet correct kan worden gelezen klinken er 3 geluidssignalen en knippert de LED-ring
3 x rood. Hetzelfde gebeurt als u probeert een reeds opgeslagen vingerafdruk in te lezen.
Druk op de toets
De LED knippert weer rood, u kunt nu de andere programmeringen uitvoeren of de programmeermodus met de
toets
weer verlaten.
voor de mastercode in. De LED brandt dan geel.
.
.
in om het inlezen te starten. De LED brandt dan geel.
voor de mastervingerafdruk in.
.
om de Inleesmodus te verlaten.
"12.4 Programmeermodus activeren/deactiveren" op pagina 18
"12.4 Programmeermodus activeren/deactiveren" op pagina 18
is
is
19
Advertenties
Inhoudsopgave
