u de maaier gaat gebruiken. Als u slijtage
(Figuur
30) ziet moet u het mes vervangen.
Figuur 30
1. Snijrand
2. Gebogen deel
3.
Inspecteer de snijranden van alle messen en
slijp de snijranden als deze bot zijn of bramen
vertonen
(Figuur
31).
Opmerking:
Slijp alleen de bovenkant van
de snijrand en behoud de oorspronkelijke
snijhoek om te zorgen dat het mes scherp blijft
(Figuur
31). Het mes blijft in balans als u van
beide snijranden dezelfde hoeveelheid metaal
verwijdert.
g004653
3. Slijtage/groefvorming
4. Scheur
1. Onder de oorspronkelijke hoek slijpen.
Opmerking:
ze op een slijpmachine. Nadat de snijranden
zijn geslepen, monteert u het mes met de
antiscalpeercup en de mesbout; zie
van de maai-eenheden verwijderen en monteren
(bladz.
22).
Ongelijke meshoogte
controleren en corrigeren
Indien de messen niet op gelijke hoogte zijn afgesteld,
zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn in het
gazon. Dit probleem kan worden gecorrigeerd door
de messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle
messen op hetzelfde niveau maaien.
1.
Gebruik een waterpas van een meter lang en
zoek een horizontaal oppervlak op de grond.
2.
Stel de maaihoogte in op de hoogste stand; zie
De maaihoogte instellen (bladz.
3.
Laat de maai-eenheid neer op een vlak
oppervlak. Verwijder de afdekkappen die boven
op de maai-eenheid zitten.
4.
Draai de messen totdat de uiteinden in de
lengterichting liggen. Meet de afstand van de
grond tot de voorste rand van het mes. Noteer
deze afstand. Draai vervolgens hetzelfde mes
zodat het andere uiteinde voor komt en meet
opnieuw. Het verschil tussen de afstanden mag
niet meer zijn dan 3 mm. Als dit verschil meer
dan 3 mm bedraagt, is het mes krom en moet
het worden vervangen. U moet alle messen
meten.
5.
Vergelijk de metingen van de buitenste messen
met het middelste mes. Het middelste mes mag
niet meer dan 10 mm lager zijn dan de buitenste
messen. Indien het middelste mes meer dan
10 mm lager is dan de buitenste messen, ga
dan verder met stap
tussen de spilbehuizing en de onderkant van
het maaidek.
6.
Verwijder de bouten, platte ringen, borgringen
en moeren van de buitenste as op de plek waar
de opvulstukken moeten worden geplaatst.
Om het mes hoger of lager te zetten, moet
23
Figuur 31
Verwijder de messen en slijp
Mes(sen)
12).
6
en plaats opvulstukken
g000276