Raadpleeg
Figuur 7
de combinaties van afstandsstukken voor de
instelling zijn.
4.
Druk de zwenkwielas door de zwenkwielarm.
Plaats de opvulstukken (zoals deze
oorspronkelijk zijn geplaatst) en de overige
afstandsblokken op de spilas. Monteer het
klemkapje om alles goed vast te zetten.
5.
Verwijder de haarspeldveer en de gaffelpen
waarmee de kraag aan de maaihoogtestang aan
de achterzijde van de maai-eenheid is bevestigd
(Figuur
8).
Figuur 8
1. Maaihoogtestang
2. Maaihoogtekraag
6.
Lijn de maaihoogtekraag uit met de openingen
voor de gewenste maaihoogte op de
maaihoogtestang
7.
Zet de afstelling vast met de gaffelpen en
haarspeldveer.
Opmerking:
Plaats de kop van de gaffelpen
indien mogelijk naar de voorzijde van het
maaidek gericht.
Opmerking:
Als u de machine afstelt op
maaihoogten van 25 mm, 38 mm of in sommige
gevallen 51 mm, moet u de glijders en de rollen
in de bovenste openingen plaatsen.
om vast te stellen wat
3. Gaffelpen en
haarspeldveer
(Figuur 8
en
Figuur
9).
Rollen instellen
Opmerking:
Als het maaidek wordt gebruikt op de
g012231
maaihoogte van 25 of 38 mm, moeten de rollen van
het maaidek worden verplaatst naar de bovenste
openingen van de beugel.
1.
Om de voorrollen af te stellen, moet u de schroef
en de moer verwijderen waarmee de rolas
vastzit aan de maaidekbeugel
1. Rol
2.
Schuif de schacht uit de onderste
beugelopeningen, lijn de rol uit met de
bovenste openingen en monteer de schacht.
3.
Installeer de schroef en moer om vast te zetten.
4.
Om de achterste (interne) rollen af te stellen,
zie
Figuur
13
Figuur 9
(Figuur
Figuur 10
2. Rolas
11.
decal108-1986
10).
g004487