Figuur 13
1. Hendel ontgrendelen
2. Draai de sluitnok om de
sluitdruk te doen toe- of
afnemen
Stand van afvoerplaat
instellen
De volgende figuren zijn uitsluitend bedoeld als
aanbeveling voor gebruik. De instelling is afhankelijk
van de soort gras, het vochtgehalte en de hoogte van
het gras.
Opmerking:
Als het motorvermogen afneemt en de
rijsnelheid van de maaimachine hetzelfde blijft, opent
u de plaat.
Stand A
Dit is de achterste stand. Deze stand wordt
aanbevolen voor de volgende gevallen.
•
Maaiomstandigheden met kort, licht gras.
•
Droge omstandigheden.
•
Kleine hoeveelheid maaisel.
•
Werpt maaisel verder weg van de maaimachine.
Figuur 14
g008961
3. Plaats de afvoerplaat
4. Hendel vergrendelen
g016476
Stand B
Zet de plaat in deze stand als u het maaisel opvangt.
Altijd uitlijnen met de opening van de blazer.
Stand C
Dit is de volledig open stand. Deze stand wordt
aanbevolen voor de volgende gevallen.
•
Maaiomstandigheden met hoog, dicht gras.
•
Vochtige omstandigheden.
•
Vermindert het energieverbruik van de motor.
•
Maakt hogere rijsnelheid mogelijk in zware
omstandigheden.
Schuinstand van het
maaidek afstellen
De schuinstand van het maaidek is het verschil in
de maaihoogte van de voorkant van het mesvlak
tot de achterkant van het mesvlak. Gebruik een
messchuinstand van 6 mm; dit wil zeggen dat de
achterkant van het mesvlak 6 mm hoger is dan de
voorkant.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
15
Figuur 15
Figuur 16
g016477
g016478