Hoofdstuk 3
7.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
8.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
9.
Selecteer de gewenste opties.
•
Selecteer in het tabblad Lay-out de afdrukstand Staand of Liggend.
•
Selecteer in het tabblad Papier/kwaliteit de juiste papiersoort en afdrukkwaliteit in de vervogkeuzelijst
Afdrukmateriaal.
•
Klik op Geavanceerd om het geschikte papierformaat te selecteren in de lijst Papier/uitvoer.
10.
Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken.
Tips voor geslaagd afdrukken
Om geslaagd af te drukken, moeten de HP-cartridges goed werken met voldoende inkt, moet het papier goed zijn
geplaatst en het apparaat de juiste instellingen hebben.
Inkttips
•
Gebruik originele HP-inktcartridges.
•
Plaats de zwarte en driekleurencartridges juist.
Zie
Vervang de cartridges
•
Controleer de geschatte inktniveau in de cartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende inkt is.
Zie
Geschatte inktniveaus controleren
•
Zie
De afdrukkwaliteit verbeteren
•
Als u inktvlekken ziet op de achterkant van de afgedrukte pagina's, gebruikt u het menu Extra op het
printerbeeldscherm om te reinigen.
◦
In het startscherm, waarop Kopiëren, Scannen, Snelle formulieren, Instellingen en Inktniveau's
wordt weergegeven, selecteert u Instellingen.
Opmerking
◦
Selecteer in het menu Instellingen Extra.
◦
Schuif door het menu Extra tot u Inktvlek verw. ziet, selecteer dan OK.
◦
Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Tips voor het plaatsen van papier
•
Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde formaat en
dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
•
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
•
Zorg dat het papier plat in de papierlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
•
Verschuif de breedtegeleiders voor het papier in de papierlade totdat deze vlak tegen het papier aanliggen.
Zorg dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
•
Zie
Afdrukmateriaal laden
Tips voor printerinstellingen
•
Selecteer in het tabblad Papier/kwaliteit van het printerstuurprogramma de juiste papiersoort en
afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst Media.
•
Selecteer Papierformaat uit het menu Geavanceerde opties. Op het menu Geavanceerde opties door te
klikken op de knopGeavanceerd op het tabblad Lay-out of Papier/Kwaliteit.
•
Om de standaard afdrukinstellingen te wijzigen dubbelklikt u op het bureaubladpictogram HP Deskjet 3510
series om Printersoftware te openen. In Printersoftware, klikt u op Afdrukken en Scannen en vervolgens
op Voorkeuren instellen om het stuurprogramma van de printer te openen.
Opmerking
programma's > HP > HP Deskjet 3510 series > HP Deskjet 3510 series
12
Afdrukken
voor meer informatie.
voor meer informatie.
voor meer informatie.
Wanneer u het startscherm niet ziet, druk dan op Terug tot het verschijnt.
voor meer informatie.
U kunt ook toegang krijgen tot de Printersoftware door te klikken op Start > Alle