Het plaatsen van de camera's
(A) Zendercamera
(B) Ontvangercamera
Stel de Live View-opnameknop van de camera in op <
Plaats de ontvangercamera's in direct zicht van de zendercamera, vrij van obstakels die
de zichtlijn belemmeren.
Ontvangercamera's kunnen tot ca. 50 m / 164 ft. van de zendercamera worden
geplaatst. De ondersteunde afstand voor gekoppelde opname kan echter minder zijn,
afhankelijk van de omstandigheden voor wireless communicatie. Deze worden bepaald
door de plaatsing van de camera's, de gebruiksomgeving en het weer.
Als u de ontspanknop op de zendercamera half indrukt, reageren de ontvangercamera's
alsof u ook de ontspanknop op deze camera's half hebt ingedrukt. Als u de ontspanknop
op de zendercamera volledig indrukt, zullen de ontvangercamera's ook reageren alsof
hun ontspanknoppen volledig worden ingedrukt.
Er zit een kleine vertraging tussen het ontspannen van de sluiter van de zendercamera
en die van de ontvangercamera's. (Gelijktijdige opname is niet mogelijk.)
Voorzichtig
Gebruik niet meerdere flitsers. Er is een klein verschil in de timing van het
ontspannen van de sluiter, waardoor de flitsers niet precies gelijktijdig afgaan en
onvoldoende belichting kan ontstaan.
>.
137