dIXEL
4. VOCHTREGELING
De vochtregeling wordt uitgevoerd via een neutral zone regeling met de uitgangen bevochtiging en ontvochtiging. De vochtregeling kan uitgeschakeld
worden door de parameter SET_RH op de waarde "nu" te plaatsen. Hierdoor wordt enkel nog temperatuurregeling uitgevoerd.
4.1 ACTIE BEVOCHTIGEN
De bevochtiging wordt uitgevoerd door het relais van bevochtiging in te schakelen als de meting lager is dan de waarde "SET_RH-dbH". Het relais
schakelt uit als het setpunt bereikt wordt.
4.2 ACTIE ONTVOCHTIGEN ZONDER ONTVOCHTIGINGSRELAIS (OA1 VERSCHILLEND VAN DEH) – STANDAARD CONFIGURATIE
In dit geval wordt de ontvochtiging bepaald door de instelling van volgende parameters
tHu = cH ontvochtiging door verwarming en compressor management
oA1 verschillend van dEH:
De uitgang verwarming en compressor wordt tesamen geactiveerd als de vochtigheid hoger is dan de waarde SET_RH+dbH. De uitgangen worden
gedeactiveerd als het setpunt SET_RH bereikt wordt.
4.2.1 Relatie tussen koeling, verwarming en ontvochtigen
1.
Als op hetzelfde ogenblik dient gekoeld (temp>SET TEMP+dbt) en ontvochtigd (RH > SET %RH+dbH) te worden: de koeling heeft de
voorrang op de ontvochtiging: enkel de compressor uitgang blijft actief tot de waarde SET_TEMP bereikt wordt. Pas daarna kan de uitgang
verwarming geactiveerd worden.
2.
Als op hetzelfde ogenblik dient verwarmd (temp>SET TEMP-dbt) en ontvochtigd (RH > SET %RH+dbH) te worden: de ontvochtiging heeft
voorrang op de verwarming: beide uitgangen compressor en verwarming blijven actief tot het setpunt SET_RH bereikt wordt. Pas daarna zal
enkel verwarmd worden.
4.3 ACTIE ONTVOCHTIGEN MET ONTVOCHTIGINGSRELAIS (OA1 = DEH)
De configureerbare relais wordt gebruikt door de parameter oA1 =dEH te plaatsen.
NOTA: De LIGHT functie kan niet meer gebruikt worden;
Er zijn 2 manieren om te ontvochtigen:
4.3.1 Ontvochtigen ENKEL via het relais ontvochtigen
Door de parameter tHu = db te plaatsen, zal de ontvochtiging gebeuren door het relais ontvochtigen als de vochtigheid hoger is dan SET_RH + dbH.
Het relais schakelt UIT als de waarde SET_RH bereikt wordt.
4.3.2 Ontvochtigen via de relais Ontvochtigen en compressor
Door de parameter tHu = cHu te plaatsen, zal de ontvochtiging gebeuren door de relais ontvochtiging EN compressor tezamen te activeren als de
vochtigheid hoger is dan Set_RH + dbH. Beide relais schakelen uit als de waarde SET_RH bereikt wordt.
Als op hetzelfde ogenblik vraag voor koeling (temp>SET TEMP+dbt) en ontvochtiging (RH > SET %RH+dbH) is: de koeling heeft de voorrang op de
ontvochtiging: enkel de compressor uitgang blijft actief tot de waarde SET_TEMP bereikt wordt. Slechts op dit moment wordt de ontvochtiging actief.
5. VERDAMPERVENTILATOREN
De ventilatoren mode is geselecteerd volgens de "FnC" parameter:
FnC=C-n de ventilatoren zullen in- en uitgeschakeld worden tezamen met de compressor en zullen niet werken tijdens de ontdooiing;
FnC= O-n de ventilatoren zullen continue werken en zullen niet werken tijdens de ontdooiing;
FnC=C-y de ventilatoren zullen in- en uitgeschakeld worden tezamen met de compressor en zullen werken tijdens de ontdooiing;
FnC=O-y de ventilatoren zullen continue werken en zullen werken tijdens de ontdooiing;
XLH260_V1.doc
Handleiding
XLH260
cod. 1592017400
4/15