1.3 Opstarten
Als de SIM-kaart en batterij zijn geplaatst en de batterij is opgeladen, kunt u
het toestel inschakelen en gebruiken.
Het toestel in- en uitschakelen
Inschakelen
•
Houd de AAN/UIT-toets een aantal seconden ingedrukt.
Als u voor de eerste keer uw toestel aanzet, leidt de wizard Snel
starten u door de ijkprocedure en het instellen van regionale
instellingen, datum en tijd en wachtwoord. Zie "Het toestel ijken",
verderop in dit hoofdstuk, voor meer informatie over het ijken van het
scherm. Zodra de wizard Snel starten klaar is, installeert het toestel
aangepaste instellingen en wordt het toestel opnieuw opgestart.
Opmerking Nadat het toestel opnieuw is opgestart, wordt u wellicht gevraagd
Uitschakelen
•
Houd de AAN/UIT-toets een aantal seconden ingedrukt.
Tik op OK als een bericht verschijnt met de vraag of u het toestel
volledig wilt uitschakelen of niet.
De instellingen van de gegevensverbinding automatisch
configureren
De eerste keer dat u het toestel inschakelt, ziet
u een melding van Verbindingsinstelling op
het scherm Vandaag.
Verbindingsinstelling kan automatisch de
gegevensverbindingen, zoals GPRS, WAP
en MMS van het toestel configureren, zodat
u deze instellingen niet handmatig op het
toestel hoeft in te voeren.
een e-mailaccount in te stellen. Zie Hoofdstuk 7 voor details.
Aan de slag 29