172 Gps gebruiken
11.1 Richtlijnen en voorbereiding voor het
gebruik van gps
•
Gebruik het gps-systeem niet terwijl u rijdt. De berekende gps-
route is slechts een hulpmiddel bij het rijden. Het mag het normale
rijgedrag niet storen.
•
Gebruik het gps-systeem voorzichtig. Gebruikers kunnen
aansprakelijk worden gehouden voor schade als gevolg van
onzorgvuldig gebruik van het systeem.
•
Het gps-signaal kan niet door
ondoorzichtige objecten heen.
Signaalontvangst kan belemmerd
worden door opstakels zoals hoge
gebouwen, tunnels, bruggen,
bossen, weer (regenachtige of
bewolkte dagen), enz. Als de
voorruit van het voertuig metaal
bevat, kan het gps-signaal moeite
hebben hier doorheen te komen.
Sluit het toestel aan op een
externe gps-antenne voor een
betere signaalontvangst.
•
Draadloze communicatieproducten (zoals mobiele telefoons of
radardetectoren) kunnen het satellietsignaal storen, wat onstabiele
signaalontvangst kan opleveren.
•
Het Global Positioning System (GPS) is gebouwd en wordt
gecontroleerd door het Ministerie van Defensie van de Verenigde
Staten. Dit ministerie is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid en
het onderhoud van het systeem. Elke verandering die dit ministerie
maakt kan van invloed zijn op de nauwkeurigheid en functioneren
van het gps-systeem.
•
Laat het toestel niet achter in een voertuig en stel het toestel niet
bloot aan direct zonlicht om oververhitting van de batterij tegen te
gaan. Dit kan namelijk een gevaar zijn voor het toestel of voertuig.
Externe gps-antenneconnector (aan de
achterzijde van de zelfportretspiegel)