16
Bij
een
diode
met
verhitte
katode
loopt
er
bij
0
V
anode
spanning reeds een
kleine
ruststroom,
waardoor
de
me-
terookzonder
ingangs spanning reeds
een
uitslag
zou
ge-
ven.
Deze
vooruitslag
wordt
gecompenseerd
door aan
de
ingang via
R4
een
kleine positieve
tegenspanning
toe
te
voeren,
verkregen
met
behulp
van
de spanning
s
defer
R30
enR31. Met
de potentiometer
R3
1
kan deze
spanning
wor~
den
ingesteld.
E,
Het
meten
van weerstanden
(fig,
6)
De
bu
is
voltmeter wordt voor
het
meten
van weerstanden
niet
gebruikt.
Het draaispoelinstrument
geldt als indi-
cator,
Het voedingsgedeelte
van
de buis
voltmeter
levert
de benodigde
spanning.
Indien de
bus sen
BU4
en
BUS
zijn
kortgesloten,
kan
de
meter met
behulp van
R2
op
voile uitslag
(0
)
worden
ingesteld.
Een
willekeurige
wee
r
stand,
aangesloten op de bus sen
BU4-BU5,
zal de
stroom
door de
meter verminderen
en
de uitslag
van
de
meter
zal
een
maat
zijn
voor de
waarde
van
de onbekende
we
er
stand.
De
weerstanden
in de
schakeling
zijn
zo
gekozen
dat
voor
de
4
meetgebieden
dezelfde schaai
kan
worden
gebruikt
Om
de invloed
van veranderende
of
afwijkende netspan-
ningente
kunnencompenseren,
is
een
ijkschakeling inge-
bouwd.
In
fig,
7
staat
SK3
in
de stand
"meten". Als R21 goed
is
ingesteld,
zal
de
meter
nauwkeurig
de grootte
van een
op
BUI
aangesloten spanning aangeven.
Door
een potentiometer schakeling
be staande uitR35,
R36/
37
en R32 wordt op
BU6
een
positieve
spanning
verkre-
gen,
Deze
spanning
kan met
de
keuzeweer
stand
R37
op een
bepaalde
waarde worden
ingesteld
en
normaal worden
ge
meten
door
BUI
met
BU6
te
verbinden.
In
stand
2
van SK3
staat
het
draaispoelinstrument
in
serie