5.10
Inbedrijfstelling
Zie voor een overzicht van welke motoren u met het handprogrammeerapparaat
CBG01A in bedrijf kunt stellen het hoofdstuk "Functionaliteit" (→ 2 11). Gebruik om
andere motoren in bedrijf te stellen het handprogrammeerapparaat CBG21A of de en-
gineeringsoftware MOVISUITE
Als er al een inbedrijfstelling met de engineeringsoftware MOVISUITE
programmeerapparaat CBG11A of CBG21A is uitgevoerd, heeft het handprogram-
meerapparaat CBG01A geen toegang tot deze aandrijfstreng. Het is voor de toegang
geblokkeerd.
Een universele motorgegevensset voor even veel vermogen is al af fabriek voorgepro-
grammeerd. Als er een betere regelperformance nodig is of als de aangesloten motor
van het regelaarvermogen afwijkt, dan moet de inbedrijfstelling worden uitgevoerd en
moeten de motorgegevens worden ingevoerd. Voer in de afzonderlijke stappen de vol-
gende specificaties zoals vermeld op het typeplaatje van de aangesloten motor in.
7-segmentdisplay
®
1) alleen MOVITRAC
advanced
®
2) alleen MOVITRAC
basic
®
.
Opgave
Aandrijfstreng
Nominale motorspanning
Nominale motorstroom
Frequentie
Vermogen
Vermogensfactor cos φ
Nominaal motortoerental
Regelmethode
Rem
Bewaking motortemperatuur
Hoofdmenuniveau
Inbedrijfstelling
®
of een hand-
Eenheid/selectie
–
V
A
Hz
kW
–
-1
min
1)
•
U/f
PLUS1)
•
VFC
2)
•
LVFC
•
met rem
•
zonder rem
•
TF
•
TH
•
geen sensor
Handboek – Bedieningstoestel CBG01A
5
27