nl Uw apparaat leren kennen
4 Uw apparaat leren kennen
4.1 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de
afbeelding verschillen, bijv. de kleur en de vorm.
3
1
Knoppen
Met de knoppen kiest u de verschillende functies direct.
Symbool
Opmerking: Wanneer
rende enkele seconden informatie weer te geven.
Touchvelden
Touch-velden zijn aanraakgevoelige oppervlakken. Om een functie te kiezen het betreffende veld selecteren.
Symbool
Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die het
display toont.
Bij de meeste keuzelijsten, bijv. programma's, begint
na het laatste punt het eerste weer. Bij enkele keuzelijs-
ten, bijv. tijdsduur, moet u de draaiknop weer terug-
draaien wanneer de minimale of maximale waarde be-
reikt is.
30
4
3
2
Touch-knop
on/off
Menu
Informatie
Tijdfuncties
Automatische deuropening
start/stop
brandt, tik dan op , om gedu-
Touchveld
Links
Rechts
1
Knoppen
De knoppen hebben een drukpunt. Druk op de
knop voor het bedienen.
2
Draaiknop
U kunt de draaiknop naar rechts of naar links
draaien.
3
Touch-velden
Met de touchvelden stelt u verschillende func-
ties direct in.
4
Display
Het display toont de actuele instelwaarde, se-
lectiemogelijkheden en instructieteksten.
1
Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden, keuze-
mogelijkheden of aanwijzingsteksten.
Statusregel
De statusregel bevindt zich boven in het display.
In de statusregel worden de tijd, de timertijd en de duur
van het programma weergegeven.
Gebruik
Apparaat in- of uitschakelen
Functie-menu openen
Aanwijzingen laten weergeven
Timer instellen
Apparaatdeur openen
Werking starten of onderbreken
Gebruik
Op het display naar links navigeren
Op het display naar rechts navigeren