Inhoudsopgave INTRODUCTIE ..................7 Inhoud ....................7 Aanwijzingen in de tekst ................7 Specificaties ................... 8 VEILIGHEID ..................9 Veiligheidsvoorzieningen ................9 BESCHRIJVING ................. 11 Overzicht ....................11 3.1.1 Cabine en onderstel ................13 3.1.2 Loopwagen ..................14 Elektrische installatie ................16 3.2.1 Grondkast voor lift met standaardbediening (drukknopbediening) ..17 3.2.2 Platformkast ...................18 3.2.3...
Pagina 5
De lift buiten gebruik stellen ..............74 Regulier onderhoud ................74 7.4.1 Smeerunit (optie) ................74 De valveiligheid ..................75 7.5.1 Uitwisselen van de valveiligheid (PT500A/SP – MRAD2B) .....76 De lift laten dalen bij storing ..............77 7.6.1 Storing omdat de valveiligheid geactiveerd is ........78 7.6.2 Procedure Nooddaling ..............79 Inspecties .....................79...
Pagina 6
7.9.11 De lift stopt niet op een etage ............97 7.9.12 De lift stopt niet op de 2-meter stop..........97 ETAGE STUURUNIT LIFTEN (ESU OPTIE) .......... 98 Schakel de spanning in: ................98 Bediening EtageStuurunit Bouwliften (ESU) ..........99 De ESU programmeren met Etageschakelaar ........... 100 De ESU programmeren met Pulsteller .............
• De PT500A/SP lift met standaard besturing • De etagebediening (optie) voor de PT500A/SP lift De installatie van de etageafsluiting is deels beschreven. Er zijn verschillende types etageafsluiting beschikbaar. Deze handleiding bevat algemene informatie, voor details over uw etageafsluiting dient u de handleiding van de etageafsluiting te raadplegen.
PECIFICATIES Basisgegevens PT500A/SP Basismachine* Opgaand gewicht Ca. 900 kg Grondstation met 1 Ca. 610 kg mast Mastelement Gewicht Ca. 60 kg Lengte 1,470 m Nominale hefsnelheid 0,4 m/s Temperatuurbereik -10 tot + 50 °C Geluidsniveau < 80 dB(A) Max. windsnelheid...
VEILIGHEID Pas op! Iedereen die de lift bedient, monteert, demonteert, repareert of onderhoudt, moet deze handleiding gelezen en begrepen hebben . De veiligheidsaanwijzingen voor iedere situatie zijn opgenomen in de hoofdstukken: • Opstelling en montage (op pagina 25), • Demontage (op pagina 62), •...
Pagina 10
• Etageafsluitingen De lift wordt gestopt als de etageafsluiting open staat (zie "Etagebediening" op pagina 1820). Als u de De Jong LS-4 etageafsluiting gebruikt met de De Jong LS-4L vergrendeling en de LS-4B klepblokkering, is deze gekoppeld aan de oprijklep: de etageafsluiting kan alleen worden geopend als de oprijklep is neergelaten.
BESCHRIJVING VERZICHT De lift bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: • Onderstel Dit is de basis waarop de lift staat. • Mast De lift rijdt langs de mast omhoog: de mast bevat een tandheugel waarin het rondsel van de aandrijfmotor aangrijpt. •...
3.1.2 Loopwagen De loopwagen bevat de volgende hoofdonderdelen (kleine afbeelding linksonder geeft situatie aan bij een montagebordes): Schakelaar voor nood-bovenafslag Deze schakelaar detecteert de nood-bovenafslag op het veiligheidsmasttopstuk of -scheen.
Pagina 15
Deze schakelaar detecteert de etageschenen in de mast. Met de etage afslagschenen stelt u de stopplaatsen voor de lift in. Schakelaar voor aanspreken van de vang. Aandrijfmotor De motor drijft een rondsel aan, die in de tandheugel van de mast loopt. ...
LEKTRISCHE INSTALLATIE De elektrische installatie bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: • Grondkast (zie "Grondkast voor lift met standaardbediening (drukknopbediening)" op pagina 16) In deze kast komt de stroomvoorziening binnen. Deze kast bevat de hoofdschakelaar en de draairichtingschakelaar. Deze kast is onderaan de mast geplaatst.
Met de draairichtingschakelaar kunt u de draairichting van de fasen omdraaien. Als de fasewachter aangeeft dat de fasen in de verkeerde volgorde zijn aangesloten (geel indicatielampje brandt niet), zet dan deze schakelaar in de andere stand. 3.2.2 Platformkast Deze kast bevat de volgende hoofdonderdelen: ...
Pagina 19
Deze lamp licht op wanneer de knop Stop volgende etage is bediend. De lift zal dan op de eerstvolgende etageafslag stoppen. Waarschuwingslamp overbelasting Deze lamp licht op wanneer de de lift overbeladen is in combinatie met een akoestisch signaal. ...
3.2.3 Etagebediening (optie) De stopplaats bestaat meestal uit de volgende hoofdonderdelen: Bedieningskast (optie) Deze kast bevat de bedieningsknoppen, en de elektrische aansluitingen naar de overige onderdelen. Verderop wordt aangegeven hoe deze geplaatst dient te worden.
Pagina 21
De bedieningskast (optie) bevat de volgende knoppen: Stopknop (Rood) Neerzendknop om de lift omlaag te bewegen (Groen) De oproepkast (optie) bevat de volgende knoppen: Knop om de lift omhoog te bewegen (Wit). Stop volgende etage (Rood).
3.2.4 Inspectiebediening De inspectiebediening is bedoeld om de lift te kunnen bedienen terwijl u op het platform staat, zoals bij (de)monteren en inspecteren. Om deze te activeren dient de sleutelschakelaar geactiveerd te worden. Voor meer instructies zie de Installatie- en Onderhoudshandleiding Let op De inspectiebediening mag alleen gebruikt worden tijdens montage en onderhoud door bevoegd en geïnstrueerd personeel.
3.2.5 Drukknopbediening (Begane Grond; Materiaalstand) Als u de lift in de materiaalstand omlaag beweegt, stopt de lift automatisch op 2 meter boven het onderstel. De laatste 2 meter kunt u de lift uitsluitend bedienen via de drukknopbediening op de begane grond. ...
3.2.6 Overlastbeveiliging Voor goederenliften met een werklast vanaf 1000 kg. en personenliften is een overlastbeveiliging verplicht. De PT500A/SP is daarom ook uitgevoerd met dit systeem. Tussen het platform en de loopwagen bevinden zich 2 drukopnemers welke continu de werklast meten. Wanneer de werklast groter is dan de in de fabriek afgestelde waarde zal een hoorbaar signaal en een lamp op de platformkast oplichten;...
OPSTELLING EN MONTAGE EILIGHEID TIJDENS OPSTELLING EN MONTAGE Tijdens de montage is het veiligheidsmasttopstuk niet gemonteerd. Dit betekent dat een deel van de veiligheidsvoorzieningen niet functioneert. De lift is dusdanig geconstrueerd dat zelfs wanneer het rondsel van de aandrijving de heugel verlaat, de loopwagen niet van de mast kan vallen. Daarnaast is de mastdetector altijd actief.
E LIFT VERPLAATSEN U kunt de lift op de volgende manieren verplaatsen: • met een vorkheftruck • met een hijswerktuig Als optie is een set wielen (transportinrichting) verkrijgbaar. Met deze wielen kunt u de lift eenvoudig verplaatsen over de bouwplaats. Let op U mag de lift met deze wielenset niet verplaatsen over de openbare weg.
4.3.1 De lift verplaatsen met een vorkheftruck Schuif de lepels van de heftruck onder de chassisbalken van de lift. U kunt de lift aan drie kanten heffen met de heftruck. Bovenaanzicht: Zorg ervoor dat het zwaarste deel van de lift (de mast en loopwagen) goed ondersteund wordt door de heftruck door minstens 2/3 van de lift te ondersteunen met lepels van voldoende lengte.
Pagina 28
Let op U mag het hijsstuk plaatsen op max. 10,5 m mast. Bij een hogere mast mag u de lift niet hijsen. 1. Plaats het hijsstuk op de ondermast. 2. Schroef het hijsstuk vast met 3 bouten. Gebruik alleen de volgende bouten en moeren: •...
De opstelplaats moet vlak zijn en voldoende stevig om de hele bouwlift inclusief lading te dragen. Losse ondergrond dient derhalve aangetrild te zijn en liefst voorzien te zijn van Stelcon-platen. Hoogte van de lift Totaalgewicht incl. veiligheidsfactor PT500A/SP Verankerd tot 35 m 4050 kg Verankerd tot 75 m 5690 kg •...
4.4.1 Stopplaatsen maken Op iedere plaats waar u de lift wilt laten stoppen, moet u een stopplaats maken. Afhankelijk van de uitvoering kan de stopplaats uit deze onderdelen bestaan: Bedieningskast (optie) of kabeldoos Etageafsluiting (verplicht) ...
Pagina 31
≥ 0,5 m ≥ 0,4 m 1,1 – 1,2 m 0,1 – 0,15 m ≤ 0,05 m ≤ 0,4 m De etageafsluiting moet zijn voorzien van een vaste aanslag , zodat u de afsluiting ook als leuning kunt gebruiken. Plaats de bedieningskast (optie) minimaal 1,5 m bij het platform vandaan.
Pagina 32
Plaats het LS4 hek middels de steigerklemmen aan de steiger. Zorg er hierbij voor dat de voetregel zich maximaal 35 mm. boven de etagevloer bevindt Het LS4 schuifhek is eenvoudig te “spiegelen” door de arm ...
Pagina 33
De schakelaar dient NIET afgesteld te worden zoals hieronder is aangegeven: Versie 1.7...
Pagina 34
Montage van vergrendeling LDR4A op LS-4 schuifhek (Alleen te gebruiken bij een De Jong’s schuifhek) 1. Monteer de kap van de LDR4A aan de zijde van de body van het LS-4 schuifhek als waar het hek naartoe dicht schuift. In dit voorbeeld schuift het hek (vanuit de lift gezien) naar links toe dicht.
Pagina 35
Onderdelen LDR4A vergrendeling: 1. Een optionele blokkeringskoker (1) op de schoprand van de LS-4. Deze is echter NIET verplicht; 2. Aan beide zijde van de 0,6 m klep een optionele verschuifbare plaat (2) welke dient als aanslag voor de blokkeringskoker. Deze is nodig bij gebruik van de in punt 1 genoemde blokkeringskoker en is derhalve eveneens NIET verplicht;...
Pagina 36
Optioneel etage draaihek Het kan voorkomen dat er geen ruimte is voor het plaatsen van een schuifhek. In deze situatie kan gekozen worden voor het etage draaihek. Het draaihek wordt ontgrendeld met dezelfde LDR4 sleutel. De sleutel kan pas weer uit het slot worden verwijderd nadat het draaihek weer volledig is gesloten.
Gebruik hout voor de onderstopping. Gebruik geen gladde, steenachtige of ijzeren materialen. De onderstopping moet voldoende sterk zijn om de druk op te vangen, zie de tabel: Hoogte van de lift Schroefstempels Mast PT500A/SP Verankerd tot 35 m Ca. 410 kg Ca.
Als de lift op de juiste plaats staat: 1. Breng stophout aan onder de schroefstempels 2. Draai de vier schroefstempels uit totdat de lift alleen steunt op de vier schroefstempels. 3. Zet de lift waterpas: de mast moet loodrecht staan. Gebruik de schroefstempels om de lift waterpas te zetten.
E MAST OPBOUWEN GEVAAR! Tijdens het opbouwen van de bouwlift mag het platform met maximaal 50% van de nominale last belast worden. Daarom gelden de volgende beperkingen: • als u de bouwlift met 2 personen monteert mag u maximaal 2 verlengmasten op het platform meenemen;...
Pagina 40
Om de mast op te bouwen: 1. Schuif het luik in de achterwand naar beneden. Het schuifbare deel van de achterwand is beveiligd met een schakelaar. Wanneer het schuifbare deel naar beneden is zal de lift niet kunnen bewegen. ...
Pagina 41
3. Indien u de optionele davit bij de lift heeft: plaats en borg de davit (zie "Gebruik van de davit" op pagina 46). 4. Indien aanwezig: verwijder het hijsstuk van de mast (zie "De lift hijsen" op pagina 28). 5.
Pagina 42
10. Druk de noodstopknop 11. Zet de werkschakelaar van de platformkast op OFF. Op deze manier voorkomt u elke onverwachte beweging van het platform. PT500 A / SP...
Pagina 43
12. Plaats het hijshulpstuk in een verlengmast 13. Plaats de vergrendeling van het hijshulpstuk volgens bovenstaande illustratie. Versie 1.7...
Pagina 44
14. Plaats de verlengmast met de davit op de ondermast of laatst gemonteerde verlengmast. De mast past maar op 1 manier: de holtes moeten passen over de pennen Opmerking Zorg ervoor dat de mast en heugel goed uitgelijnd zijn. ...
Pagina 45
15. NORMALE MAST: Zet de verlengmast vast met 3 bouten. TRIPLE MAST: Zet de verlengmast vast met 5 bouten. Gebruik alleen de volgende bouten en moeren • Bout DIN931 M 14 – kwaliteit 10.9 lengte 120 mm ...
De mast moet minimaal 1 meter en maximaal 3 meter hoger zijn dan de hoogste stopplaats. 22. Plaats het veiligheidsmasttopstuk (zie "Het veiligheidsmasttopstuk installeren" op pagina 52). 23. Plaats de mastafscherming en zet deze vast met de bouten. EBRUIK VAN DE DAVIT Met een davit kunt u de verlengmasten verplaatsen.
E MAST VERANKEREN De lift moet aan het bouwwerk verankerd worden. Hierop is 1 uitzondering: Als de lift aan de volgende eisen voldoet, hoeft u de lift niet aan het bouwwerk (of de steiger) te verankeren: • Het platform mag niet groter dan 1,5 x 1,5 m zijn. •...
Pagina 48
Voor de verankeringhoogten aan muur of steiger gelden de volgende richtlijnen: SINGLE MAST (met drie bouten) Verankering Meters Maximale hoogte bij een vrijstaande bouwlift Dit is alleen toegestaan bij een AT50/AT75 met een 10,5 platform van 1,5x1,5 m met zijstabilisatoren en een steiger met uitbouw.
Pagina 49
TRIPLE MAST (met vijf bouten) Verankering bij Triple Mast Meters Maximale hoogte bij een vrijstaande bouwlift Dit is alleen toegestaan bij een AT50/AT75 met een 10,5 platform van 1,5x1,5 m met zijstabilisatoren en een steiger met uitbouw. Maximale hoogte bij een verankerde bouwlift.
Pagina 50
Het monteren van de verankeringen gaat als volgt: Pas op! Het gebruik van een zgn. spiekoppeling is niet toegestaan. 2. Plaats de uithouder in de mast. 3. Zet de uithouder vast met de koppeling PT500 A / SP...
Pagina 51
4. Breng steigerbuizen (1,5" NEN-EN 39) horizontaal waterpas aan in een driehoek zoals aangegeven: De steigerbuizen worden niet meegeleverd. De hoek tussen de steigerbuizen moet minimaal 35° zijn. Versie 1.7...
De lengte van de steigerbuizen mag niet groter zijn dan 6 meter. Om te voorkomen dat de steigerbuizen knikken, dient maximaal iedere 1600 mm. (gemeten langs de schuine zijde) een knikverkorter geplaatst te worden. De liggers van een steiger mogen te allen tijde als knikverkorter gebruikt worden, zonder dat een berekening nodig is.
E KABELGELEIDERS MONTEREN Monteer de kabelgeleiders aan de mast op een onderlinge afstand van 4,5 m. Plaats extra kabelgeleiders bij een opstelling waar veel wind verwacht kan worden (vlak bij hoge gebouwen, in kustgebied). Versie 1.7...
Plaats de kabelgeleider als volgt: 9. Plaats de kabelgeleider aan de onderzijde van het mastdeel zo dat de vork om de mast of mastsport valt. De kabelgeleider moet door de zwaartekracht op zijn plaats gehouden worden, mocht de bout loslaten. 10.
Let op Zorg dat de wartels van de elektrische kasten en dozen altijd aan de onderzijde zitten, zodat er geen water de kasten in kan lopen en dat stekkerverbindingen afgeschermd zijn van weersinvloeden Let op Zorg dat de stekkerverbindingen van de etageafsluitingen en de etagebedieningskasten horizontaal opgehangen worden (aan bijvoorbeeld een leuning of ligger van de steiger) zodat er geen regenwater in de stekers kan lopen.
Pagina 56
4. Verwijder de doorlusstekker uit de grondkast 5. Verbind de etagebedieningskast (optie) van de laagste stopplaats met de grondkast 6. Steek de doorlusstekker in de losse kabel van de bedieningskast (optie) op de hoogste stopplaats. 7.
4.12 D E MONTAGE AFWERKEN Plaats een hek om de lift heen. Het hek moet op minimaal 50 cm en maximaal 2 m afstand van het platform staan en voldoen aan de eisen gesteld in NEN-EN 12158-1 +A1. Als optie is een volledig op de lift ontworpen grondomheining leverbaar, zie Opties achterin deze handleiding.
4.13 D E ETAGESCHENEN INSTALLEREN De etagescheen is een profiel dat in de mast wordt ingebouwd. Een schakelaar op de loopwagen loopt over de scheen en stopt de lift. Installeer een etagescheen op elke plaats waar u de lift wilt laten stoppen: ...
11. Draai de bout aan. 12. Stel de scheen af op de juiste hoogte: • draai de bouten iets los • schuif de scheen over het C-profiel naar de juiste positie (zie figuur hieronder) • draai de bouten vast.
Pagina 60
Om de verplaatsbare bovenafslag te plaatsen: 13. Plaats de kap om de mast. 14. Zet de kap vast met 2 bouten M10 x 100 - kwaliteit 8.8 en Nylocmoeren DIN 985 M10 - kwaliteit 8 met een aandraaimoment van 48 Nm ...
4.15 V ERPLAATSBARE NOOD BOVENAFSLAG INSTALLEREN OPTIE Met de verplaatsbare nood-bovenafslag kunt u tijdelijk de baan van de lift beperken. Dit is bijvoorbeeld nodig als de mast hoger is dan de bouw en dus het bovenste deel van de mast nog niet voldoende verankerd kan worden (tot max. 3 meter boven de laatste verankering).
DEMONTAGE EILIGHEID TIJDENS DEMONTAGE Tijdens de demontage is het veiligheidsmasttopstuk niet gemonteerd. Dit betekent dat een deel van de veiligheidsvoorzieningen niet functioneert. De lift is dusdanig geconstrueerd dat zelfs wanneer het rondsel van de aandrijving de heugel verlaat, de loopwagen niet van de mast kan vallen. Daarnaast is de mastdetector altijd actief.
E ETAGEBEDIENING OPTIE EN ETAGEAFSLUITING ELEKTRISCH DEMONTEREN Zoals bij de montage beschreven gelden voor de etageafsluitingen te demonteren dezelfde stappen als voor de etagebediening. Om de etagebediening (optie) te demonteren: 17. Meld aan de verantwoordelijke op de bouwplaats dat er "open stukken" op de steigers zijn.
Pagina 64
21. Verwijder de doorlusstekker van de bedieningskast (optie) op de bovenste stopplaats. 22. Koppel de etagebedieningskast (optie) van de laagste stopplaats los van de grondkast 23. Steek de doorlusstekker in de grondkast PT500 A / SP...
DE MAST DEMONTEREN Tijdens de demontage is het veiligheidsmasttopstuk niet gemonteerd. Dit betekent dat een deel van de veiligheidsvoorzieningen niet functioneert. De lift is dusdanig geconstrueerd dat zelfs wanneer het rondsel van de aandrijving de heugel verlaat, de loopwagen niet van de mast kan vallen. Daarnaast is de mastdetector altijd actief.
E ETAGEBEDIENING OPTIE EN ETAGEAFSLUITING ELEKTRISCH DEMONTEREN Zoals bij de montage beschreven gelden voor de etageafsluitingen te demonteren dezelfde stappen als voor de etagebediening. Om de etagebediening (optie) te demonteren: 1. Meld aan de verantwoordelijke op de bouwplaats dat er "open stukken" op de steigers zijn.
5. Verwijder de doorlusstekker van de bedieningskast (optie) op de bovenste stopplaats. 6. Koppel de etagebedieningskast (optie) van de laagste stopplaats los van de grondkast 7. Steek de doorlusstekker in de grondkast E MAST DEMONTEREN Om de lift te demonteren: 1.
Pagina 68
4. Indien u de optionele davit bij de lift heeft: plaats en borg de davit (zie "Gebruik van de davit" op pagina 46). 5. Indien aanwezig: verwijder het hijsstuk van de mast (zie "De lift hijsen" op pagina 28). 6.
Pagina 69
11. Druk de noodstopknop 12. Zet de werkschakelaar van de platformkast op OFF. Op deze manier voorkomt u elke onverwachte beweging van het platform. Versie 1.7...
Pagina 70
13. Plaats het hijshulpstuk in een verlengmast 14. Plaats de vergrendeling van het hijshulpstuk volgens bovenstaande illustratie. 15. Als de verlengmast een verankering, kabelgeleider of etagescheen bevat: verwijder deze. 16. Bevestig de hijshaak van de davit aan het hijshulpstuk. 17.
E LIFT GEREEDMAKEN VOOR TRANSPORT Om de lift na demontage gereed te maken voor transport: 1. Beweeg de lift omlaag tot aan de onderafslag. 2. Gebruik de remlichter om de lift verder omlaag te bewegen totdat het platform net niet op de buffers rust (zie "De lift laten dalen bij storing" op pagina 77). 3.
ONDERHOUD EILIGHEID TIJDENS ONDERHOUD EN REPARATIES • Als u op hoogte en/of in de lift werkt, moet u zich beschermen tegen vallen, o.a. door een veiligheidsgordel te gebruiken. Maak de veiligheidsgordel vast aan de rood gemarkeerde ogen (die met stickers zijn aangegeven). •...
E LIFT BUITEN GEBRUIK STELLEN Om de lift buiten gebruik te stellen (bijvoorbeeld bij storingen of tijdens onderhoud): 1. Schakel de hoofdschakelaar uit. 2. Vergrendel deze met een hangslot. EGULIER ONDERHOUD Dagelijks Controleer de tandheugel in de mast en smeer zo nodig.
E VALVEILIGHEID Om uw veiligheid te garanderen is de lift voorzien van een centrifugaalrem als valveiligheid. Deze zorgt ervoor dat de valsnelheid van de lift nooit hoger wordt dan 0,4 m/s boven de nominale snelheid. Wanneer dit onverhoopt toch mocht gebeuren dan zal de centrifugaalrem inkomen en het platform stoppen.
7.5.1 Uitwisselen van de valveiligheid (PT500A/SP – MRAD2B) Om de centrifugaalrem uit te wisselen dienen de volgende stappen uitgevoerd te worden: 3. Controleer of de motorrem werkt door het platform te beladen met zijn toegestane werklast. Verwijder daarna de last.
E LIFT LATEN DALEN BIJ STORING Als de netspanning uitvalt, is het mogelijk om de lift met de hand te laten dalen (nooddaling). GEVAAR! Voor deze procedure moet u de lift bewegen terwijl u de bewegende delen van de lift aan kunt raken. Er is beklemminggevaar.
5. U kunt nu de eventuele lading van het platform halen om de storing eenvoudiger te kunnen bepalen. Verlaat daarna indien nodig het platform. 6. Op de grondkast: Controleer of de netspanning aanwezig is. Zo ja: zet de hoofdschakelaar op stand I. 7.
7.6.2 Procedure Nooddaling Let op Bedieningspersoneel moet bekend zijn met de voorschriften uit dit instructieboek! Bij een eventuele noodzakelijke nooddaling dient onderstaande procedure opgevolgd te worden (deze procedure is ook aangebracht in de liftkooi): 1. Druk op de alarmknop op de platformkast om beneden een signaal te laten klinken om personeel beneden te waarschuwen.
Pagina 80
Controleer de lift aan de hand van de controlelijst (zie "Controlelijst na opstelling/elke 2 maanden" op pagina 112). Vul de lijst in, onderteken en bewaar de lijst. • Wekelijks Voer de wekelijkse inspectie uit (zie "Wekelijkse inspectie" op pagina 80). •...
7.7.1 Wekelijkse inspectie Controleer de lift op de volgende punten: • De tandheugel moet goed gesmeerd zijn. • De lift moet goed zijn opgesteld en verankerd. Controleer of de verankeringen nog goed vast zitten, en controleer of de lift stevig is opgesteld. Controleer of de bouten van de mast goed vast zitten.
Pagina 82
Als de bouwlift wordt goedgekeurd, moet het jaar, de maand en de dag tot de volgende keuring op het chassis worden aangetekend. Gebruik bij voorbeeld een sticker zoals onderstaande om de datum aan te geven. 1. Maak een kopie van het jaarlijkse keuringsformulier uit deze handleiding. 2.
Lees deze instructie geheel door, voordat u aan de test begint. GEVAAR! De valveiligheid (veiligheidsrem/ vang) is verzegeld. Afstelling en reparaties van de valveiligheid mogen alleen uitgevoerd worden door de fabrikant: de Jong's Liften B.V. 1. Controleer of alle beveiligingen functioneren. 2. Installeer de valtestkast : sluit de connector van de valtestkast aan op de platformkast.
Pagina 84
5. Gebruik de normale bediening om het platform te verplaatsen naar een hoogte van ca. 3 m boven het onderstel (de onderste stopplaats). 6. Druk de knop Overbrugging valtest 7. Draai de valtest-sleutel om en houd deze vast. De liftrem komt vrij en de loopwagen met platform komt nu in een vrije val terecht.
Als de lift na al deze controles nog niet werkt, neem dan contact op met uw leverancier of de Jong's Liften B.V.. Opmerking Deze sectie is bruikbaar voor alle bouwliften van de Jong's Liften B.V.. Sommige procedures zijn specifiek voor een type lift; dit wordt aangegeven aan het begin van de procedure.
7.9.1 De storing lokaliseren Controleer of de 400 V voeding in orde is: Venster voor de fasewachter Zekeringautomaat Draairichtingschakelaar Geel indicatielampje draairichting Hoofdschakelaar Groen indicatielampje spanning 400 V-aansluiting Fasewachter Aansluiting voor de hekken en ...
Pagina 87
4. Op de platformkast: Controleer de werkschakelaar : deze moet aan staan. Indien de 400 V voeding in orde is ga dan verder met de volgende stap. 5. Op de bedieningskast(-en): controleer of de noodstop niet is ingedrukt. Als u deze punten hebt gecontroleerd en de lift werkt nog niet, dan is de kans groot dat de storing in de etagebediening (optie) zit.
Pagina 88
Controleer de etagebediening (optie): 1. Verwijder de doorlusstekker (of stekkers) die op de hoogste stopplaats aan de kabel van de etageafsluiting of -bediening (optie) vastzit (zie "De etagebediening installeren" op pagina 55). GEVAAR! De lift is in deze situatie niet veilig te gebruiken. Alle etageafsluiting-signaleringen zijn nu buiten werking.
7.9.2 De etageafsluiting controleren Let op De lift is in deze situatie niet veilig te gebruiken. Stel de lift buiten gebruik totdat de storing is verholpen (zie pagina 74). Opmerking Deze procedure geldt voor goederenliften (AT-serie). Om erachter te komen op welke stopplaats de etageafsluiting niet werkt: 1.
Pagina 90
Op de stopplaats met de storing: 1. Controleer of de etageafsluiting wel dicht staat. 2. Controleer de schakelaar van de etageafsluiting: Etageafsluiting is open: schakelaar is aangesproken Etageafsluiting is dicht: schakelaar is vrij 3. Controleer de stekkerverbinding: er mag geen roest op de stekkerpennen zitten. 4.
7.9.3 De etagebediening/neerzendkasten controleren (optie) Om er achter te komen welk deel van de etagebediening (optie) niet werkt: Let op De lift is in deze situatie niet veilig te gebruiken. Stel de lift buiten gebruik totdat de storing is verholpen (zie pagina 74). 1.
Op de stopplaats met de storing: 1. Controleer de contactblokjes achter de drukknoppen op roest en/of oxydatie. 2. Controleer de stekkerverbinding (er mag geen roest op de stekkerpennen zitten) 3. Controleer de kabeldoos. 4. Controleer de bekabeling. GEVAAR! Valgevaar! Plaats na het oplossen van de storing direct de doorlusstekker terug.
Pagina 93
3. Controleer of de Noodboven-schakelaar goed staat: de arm moet horizontaal staan zoals hieronder te zien is. Noodboven-schakelaar is vrij: de arm met het wieltje staat horizontaal Noodboven-schakelaar is aangesproken: de arm met het wieltje is ingedrukt ...
Pagina 94
5. Controleer of de mastafscherming juist aangebracht is; ook deze wordt elektrisch gesignaleerd en kan derhalve een storing veroorzaken. 6. Controleer of er een noodstop is ingedrukt. 7. Controleer of de schakelaar van het (optionele) montagebordes is aangesproken. 8. Als de lift nog steeds niet werkt, en Relais K0M niet is ingetrokken, controleer dan de schakelaars in de veiligheidslijn.
7.9.6 Lift gaat wel omhoog maar niet omlaag Mogelijke oorzaak: de schakelaar van de onderafslag is defect. Om de storing te vinden: 1. Controleer het contactblok in de schakelaar op vocht, corrosie en schade. 2. Controleer de kop van de schakelaar op goede werking. 7.9.7 Lift gaat wel omlaag maar niet omhoog Mogelijke oorzaken: de schakelaar van de bovenafslag of de mastdetector is defect.
Pagina 96
Zodra de lift beweegt: druk direct op de noodstopknop! Als de lift omhoog beweegt, is de gelijkrichter defect. Vervang de gelijkrichter. 2. Als de gelijkrichter niet defect is, kan de motorrem vastzitten: als de rem heet wordt kan deze vastlopen. De rem wordt heet als de lift te zwaar beladen is, als de rem te krap is afgesteld of de rem niet in orde is.
7.9.10 De lift is te ver doorgezakt (op grondniveau) Mogelijke oorzaken: • de valbeveiliging is aangesproken (zie "De valbeveiliging testen en herstellen" op pagina Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.). • De rem is versleten. Controleer de rem. 7.9.11 De lift stopt niet op een etage Mogelijke oorzaken: •...
8 ETAGE STUURUNIT LIFTEN (ESU OPTIE) Met de etagestuurunit kan een etage worden geselecteerd en de lift daar vervolgens naar toe gestuurd worden. Er kunnen maximaal 50 etages worden geprogrammeerd. Voor programmeren zie pagina 100 en verder. De etagestuurunit kan gebruikt worden in combinatie met een pulsteller (welke de tanden van de tandheugel telt) of met etage-afslagschenen waar het aantal (etage)pulsen geteld wordt door de etage schakelaar.
(ESU) EDIENING TAGE TUURUNIT OUWLIFTEN De bedieningskast bevat de volgende bedieningsknoppen en lampen: Rode lamp. Deze knippert wanneer de veiligheidslijn open is of wanneer een ongeldig etagenummer is ingevoerd. Groene lamp. Wanneer de groene lamp constant brandt is de stuurunit bedrijfsklaar.
4. Druk op de #-toets om de etagekeuze te bevestigen. De lift zal omlaag bewegen tot aan de 2-meterstop. Vanaf hier kunt u alleen via de #-knop de etagestuurunit drukken om het platform verder te laten zakken (vasthoudbediening). PROGRAMMEREN MET TAGESCHAKELAAR Opmerking...
PROGRAMMEREN MET ULSTELLER Opmerking U kunt willekeurig tot maximaal 50 etages (her) programmeren. Om de lift exact af te stellen is een tweede persoon nodig die via een communicatiemiddel (GSM-telefoon of Portofoon) instructies geeft over de juiste afstelling op de etage. Om de ESU te programmeren: ...
Zorg dat de veiligheidslijn gesloten is. 2. Breng de lift naar beneden tot op de onderafslag door op de ESU-bedieningskast etage 0 te kiezen op het keypad en het platform vervolgens in de 2- meterzone naar de onderafslag te brengen door de #-toets ingedrukt te houden.
Pagina 104
Verplaatsbare bovenafslag 50.134700 Verplaatsbare nood-bovenafslag 60.149200 Etageschuifhek (type LS-4) 65.088851 zonder elektra Etageschuifhek (type LS-4) zonder 65.088853 daalknop met 5 m. kabel (doorlus) Etageschuifhek (type LS-4) zonder 65.088854 daalknop met 10 m. kabel (doorlus) Etageschuifhek (type LS-4) met daal- 65.088855 en stopknop met 5 m.
Pagina 105
Blokkering schuifhek LDR4A 65.089095 Montagebediening (incl. connector) 65.058500 Davit + hulpstuk 65.072210 Hijshulpstuk in mast voor davit 60.138400 Hijshulpstuk 65.036210 Gecombineerde sleepkabel (STD) (4 x 2,5 mm ; tot 60 m hoogte) 65.062500 per m voor AT50 Gecombineerde sleepkabel (ESU) 65.062505 per m voor AT50 ESU Gecombineerde sleepkabel (STD)
Pagina 106
Gecombineerde sleepkabel (ESU) 65.062705 per m voor AT75 ESU Gecombineerde sleepkabel (STD+0) 65.079500 (5 x 2,5 mm ;tot 60 m hoogte) per m voor AT50 Gecombineerde sleepkabel (STD+0) (5 x 4 mm ;vanaf 60 m hoogte) 65.079600 per m voor AT75 en AT50 vanaf 60 Gecombineerde sleepkabel (STD) (ILB;...
Pagina 107
/ kantelhek 1,1 m 65.088605 / 65.088607 (1,5 x 1,5 / 2,5 x 1,5 / 3 x 1,5 m) Opbouw schakelaar klaphek 65.085000 Valveiligheid/centrifugaalrem 65.071000 MRAD2B (nieuw) Valveiligheid/centrifugaalrem 25.000124 MRAD2B (ruil) Kabeltonbeveiliging 65.088821 (zonder hangslot) PT500A/SP Hangslot voor kabeltonbeveiliging 28.072900 Versie 1.7...
ERANKERING Met behulp van de verankeringstool van de Jongs Liften kunt u eenvoudig de opstellingskrachten per situatie berekenen. Vraag de leverancier naar de Tool. Onderstaand een aantal standaard situaties met ankerkrachten. 9.2.1 Tabel verankeringkrachten Ankerafstand 6 meter (Single mast) Trekkracht Trekkracht Afschuifkracht Hoek in graden...
Pagina 110
Muurplaat (mastverankering) 50.229400 Koppelstuk, enkel. 60.091200 (mastverankering) voor AT50 Koppelstuk, dubbel. 60.148600 (mastverankering) voor AT75-AT95 De steigerkoppelingen die gebruikt worden dienen te voldoen aan de NEN-EN 74- 1:2005 De steiger buizen die worden gebruikt dienen te voldoen aan de NEN-EN 39:2001 Voor de verankering zelf wordt aangeraden om Fischer veiligheidsanker FHII 12/10 B of vergelijkbaar toe te passen.
ONTROLELIJST PERSONEN GOEDERENLIFT Alleen te gebruiken voor PT500A (tijdelijke opstelling) Niet gebruiken voor PT500SP (semi permanente opstelling) In te vullen namens de uitvoerder: na opstelling, bij voorkeur eenmaal per 2 maanden. Fabrikant : DE JONG’s liften b.v. gecontroleerd door: controle Fabrieksnummer : PT500A Klant Werk...
Dit formulier opbergen in het technisch dossier van de lift ALGEMENE GEGEVENS Fabrikant : De Jong’s Liften b.v. Postbus 25 4143 HX LEERDAM 0345-636000 Type : PT500A/SP Fabrieks / serienummer Bouwjaar Nominale last : 500 kg Lengte platform : 1535 mm Breedte platform...
Pagina 115
FABRIEKSNUMMER: 1: Geen aanmerking 2:Extra aandacht 3:niet in orde 4:voorziening 5:Niet van toepassing noodzakelijk ALGEMEEN Instructieboek aanwezig Electrisch schema BEDIENING (NEN 12159+A1 par.5.10.7) Vasthoudbesturing Overneembesturing Stopknop bij overneembesturing Goed uitzicht op de baan MAST (NEN 12159+A1 par. 5.4) Constructie Bevestiging aan de onderwagen ...
Pagina 116
FABRIEKSNUMMER: 1:Geen aanmerking 2:Extra aandacht 3:Niet in orde 4:voorziening 5: Niet van noodzakelijk toepassing ELECTRISCHE INSTALLATIE (NEN 12159+A1 par. 5.9) Hoofdschakelaar afsluitbaar Elektromotor Elektrische kabels / -bedrading Relais Thermische beveiliging: Motor Stuurstroom Fasebeveiliging Kaltleiterbeveiliging Veiligheids aarding (secundaire nul trafo) ...
Pagina 117
FABRIEKSNUMMER: 1: Geen aanmerking 2: Extra aandacht 3: Niet in orde 4:Voorziening 5: Niet van noodzakelijk toepassing ELECTRISCHE BEVEILIGINGEN (NEN 12159+A1 par. 5.10) 12.1 Noodeindschakelaar (boven) 12.2 Eindschakelaar onder 12.3 Eindschakelaar boven 12.4 Eindschakelaar slappe draad 12.5 Eindschakelaar valbeveiliging ...
ITLEG DISPLAY WEERGAVE VAN EASY LOGIC SYSTEEM DISPLAY WEERGAVE: De PT500A/SP lift is voorzien van een programmeerbaar relais, dit relais is voorzien van een display, waarin verschillende lift toestanden kunnen staan MELDING UITLEG Boven afslag. De hoogste positie op de mast is bereikt.