Inhoudsopgave INTRODUCTIE ....................5 Inhoud ....................5 Aanwijzingen in de tekst ................5 Specificaties..................... 6 VEILIGHEID....................7 Veiligheidsvoorzieningen ................7 BESCHRIJVING ....................9 Overzicht ....................9 3.1.1 Loopwagen..................11 Elektrische installatie ................12 3.2.1 Bedieningskast voor lift met standaardbediening (drukknopbediening) .. 13 OPSTELLING EN MONTAGE ................
Pagina 4
Controle van de valveiligheid tijdens de jaarlijkse inspectie ....71 7.10 Storingen zoeken ..................72 7.10.1 De storing lokaliseren op een A34L (lichtnet) ........73 7.10.2 De storing lokaliseren op een A34 (krachtstroom) ....... 74 BIJLAGEN ..................... 75 Opties ....................75 Verankering ....................
Deze handleiding bevat informatie over de volgende onderdelen: • De A34(L) lift met standaard besturing De installatie van de etageafsluiting is deels beschreven. Er zijn verschillende types etageafsluiting beschikbaar. Deze handleiding bevat algemene informatie, voor details over uw etageafsluiting moet u de handleiding van de etageafsluiting raadplegen.
1,8 x 1,8 x 2,65 m 300 kg Maximale lengte mast en verankeringgegevens, voor meer informatie zie Stabiliseren (op pagina 29). Maximale lengte van de mast A34(L) Maximale lengte 7,5 m bij gebruik van stabilisatoren (6,2 m uitstaphoogte) mast: vrijstaand...
VEILIGHEID Iedereen die de bouwlift bedient, monteert, demonteert, repareert of onderhoudt, moet deze handleiding gelezen en begrepen hebben. De veiligheidsaanwijzingen voor iedere situatie zijn opgenomen in de hoofdstukken: • Opstelling en montage (op pagina 14), • Demontage (op pagina 51), •...
Pagina 8
GEVAAR! Plaats NOOIT iets onder of tussen de slappe draadbeveiliging tijdens gebruik of tijdens montage/ demontage. • Vergrendelpen De loopwagen is voorzien van een vergrendelpen om deze vast te zetten aan de mast tijdens bijvoorbeeld kantelen. A34(L)
BESCHRIJVING VERZICHT De lift bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: • Onderstel Dit is de basis waarop de lift staat en waarin zich de aandrijving van de lift bevindt. • Mast De lift rijdt langs de mast omhoog: de mast bevat bovenop een koprol waarover de staaldraad loopt.
Pagina 10
Motor met remlichter Verlengmast Aansluitingen voor de sleepkabel Schakelaar voor 2-meterstop (optie) Werkstuit Mastafscherming Onderstel (incl. ondermast) Schakelkast incl. bediening Stabilisatiebalk Oprijklep, verdieping zijde (0,6 m) Platform en loopwagen A34(L)
3.1.1 Loopwagen De loopwagen bevat de volgende hoofdonderdelen: Scheen voor schakelaar voor nood-bovenafslag Deze scheen bedient een schakelaar in de mast die als de nood-bovenafslag dient in de bovenste mast. ...
De elektrische installatie bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: • Bedieningskast (zie "Bedieningskast voor lift met standaardbediening (drukknopbediening)" op pagina 13) In deze kast komt de stroomvoorziening binnen. Deze kast is in het onderframe geplaatst. Deze kast bevat de bedieningsknoppen. A34(L)
Fasewachter* Aansluiting voor schakelaars e.d. *=alleen A34 De fasewachter (alleen A34) bewaakt de stroomvoorziening. De 2 indicatielampjes op de fasewachter geven het volgende aan: • Geel indicatielampje : de draairichting van de fasen is correct.
• Voor de A34(L) zijn 2 soorten masten verkrijgbaar, de 60.084900 met een 34 mm. pijp aan de achterzijde en de 65.084901 met een 48 mm. pijp aan de achterzijde. Deze mogen door elkaar op één lift worden gebruikt.
Let op Met deze wielenset is de maximumsnelheid 16 km/h. Let op De A34 is middels de transporthouder achter een auto te verplaatsen met maximaal 7,5 m mast. In dit geval wordt dringend geadviseerd om een lichtbalk te gebruiken. Versie 1.9...
Pagina 16
GEVAAR! Het hijsoog mag niet gemonteerd worden in de mast (rechter afbeelding) als de lift opgesteld staat. Dit dient vooraf te geschieden om, valgevaar te voorkomen. A34(L)
De opstelplaats moet vlak zijn en voldoende stevig om de hele bouwlift inclusief lading te dragen. Losse ondergrond dient derhalve aangetrild te zijn en liefst voorzien te zijn van Stelcon-platen. Hoogte van de lift Totaalgewicht incl. veiligheidsfactor A34(L) Vrijstaand 940 kg (max. 7,5 m) Verankerd tot 15,5 m...
2. Zorg bij 7,5 m masthoogte dat de loopwagen zich onderin bevindt (positie Bij 5,5 m masthoogte moet de vergrendelpen 1 gat hoger positie in het onderstel worden geplaatst (dit is aangegeven middels opschriften). A34(L)
Pagina 19
3. Breng de voorste stabilisatiebalken aan en borg deze met de bouten en moeren en demonteer zonodig de achterste stabilisatiebalken. Let op! Wanneer de voorste stabilisatiebalken niet gemonteerd zijn kan de lift doorschieten tijdens het kantelen. Monteer deze dus altijd! ...
Pagina 20
Dit om schade aan de staalkabel of motor te voorkomen. 9. Plaats de sleepkabel met de groene stekers (indien gedemonteerd). 10. Draai de 2 vleugelmoeren los (van beide kleppen), zodat de klepsluitingen weer vrij kunnen bewegen A34(L)
4.4.2 A34L met onderstel ten behoeve van de openbare weg Wanneer de lift is uitgevoerd met het onderstel ten behoeve van de openbare weg dienen eerst de veiligheidslichten en de nummerplaat te worden ingeklapt alvorens de lift wordt gekanteld. 1. Trek de schuifpin ...
Pagina 22
3. Plaats de pennen terug in het gat 4. De lift kan nu veilig gekanteld worden. A34(L)
4.4.3 Stopplaatsen maken Op iedere plaats waar u de lift wilt laten stoppen, moet u een stopplaats maken. Afhankelijk van de uitvoering kan de stopplaats uit deze onderdelen bestaan: Bedieningskast (optie) of kabeldoos Etageafsluiting (verplicht) ...
Pagina 24
De uitvalklep van de lift moet minimaal 10 cm op de steiger of de uitbouw rusten. De uitbouw moet aan de volgende eisen voldoen (de afgebeelde lift wijkt af van de A34(L)): ≥ 0,5 m ≥ 0,4 m 1,1 –...
Pagina 25
De etageafsluiting moet zijn voorzien van een vaste aanslag , zodat u de afsluiting ook als leuning kunt gebruiken. Plaats de bedieningskast (optie) minimaal 1,5 m bij het platform vandaan. Bevestig de bedieningskast (optie) aan een vast punt. Voor meer informatie over de etageafsluiting: zie de installatiehandleiding voor etageafsluitingen.
Pagina 26
Het verdient aanbeveling om de lift te allen tijde te fixeren aan de steiger om onverwachte bewegingen van het platform te voorkomen. Wanneer de lift tot aan zijn vrijstaande hoogte gebruikt wordt mag deze te allen tijde gefixeerd worden aan de steiger zonder dat een berekening noodzakelijk A34(L)
Pagina 27
Montage van vergrendeling LDR4A op LS-4 schuifhek (Alleen te gebruiken bij een De Jong’s schuifhek) 1. Monteer de kap van de LDR4A aan de zijde van de body van het LS-4 schuifhek als waar het hek naartoe dicht schuift. In dit voorbeeld schuift het hek (vanuit de lift gezien) naar links toe dicht.
Pagina 28
4. Een houder op de 0,6 m klep waaraan de speciale sleutel stevig en deugdelijk vastgemaakt zit (aan een ketting), zodat het schuifhek alleen geopend kan worden wanneer het platform aanwezig is; 5. Arm schuifhek; 6. 0,6 m. klep; A34(L)
• De onderstopping moet voldoende sterk zijn om de druk op te vangen, zie de tabel: Hoogte van de lift Stabilisatiebalken Mast A34(L) Vrijstaand tot 7,5 m 160 kg 300 kg Verankerd tot 15,5 200 kg...
3. Breng een onderstopping aan onder de mast 4.4.5 Onderstopping aanbrengen onder de mast Wanneer de eerste verankering is aangebracht, controleer de uitlijning van de lift: de mast moet waterpas zijn. A34(L)
Als u geen hefwerktuig gebruikt, verplaats de mast dan met 2 personen. De A34(L) wordt meestal gebruikt tot zijn maximale vrijstaande hoogte, 7,5 m. Wanneer u de lift toch op een grotere hoogte (tot een maximum verankerde hoogte...
Pagina 32
3. Zet de verlengmasten aan de achterwand vast met een spanband of een ander bevestigingsmiddel om omvallen te voorkomen. 4. De 1 persoon neemt plaats op het platform en verankert zich aan de aanhaakogen op het platform. Voer NOOIT werkzaamheden uit op het platform waarin ALLEEN de vanginrichting is aangesproken. A34(L)
Pagina 33
5. De 2 persoon brengt het platform op werkhoogte met behulp van de bedieningskast op de begane grond. Het platform is op werkhoogte als de bovenkant van de loopwagen zich ongeveer 0,5 m onder de kopsectie of koprol van de mast bevindt: 0,5 m...
Pagina 34
Opmerking Zorg ervoor dat de masten goed uitgelijnd zijn en juist gemonteerd (niet ondersteboven) zijn (let op de mastsporten!) A34(L)
Pagina 35
14. Zet de verlengmast vast met 5 bouten. Gebruik alleen de volgende bouten en moeren • Bout DIN933 M 12 – kwaliteit 8.8 lengte 30 mm • Flensmoer met vertanding DIN6923 M 12 – kwaliteit 8 •...
Pagina 36
23. Herhaal de stappen 4-21 om eventuele verdere verlengmasten te monteren. 24. Plaats nu ook de verstelbare bovenafslag 25. Zet de mastafscherming vast met de bouten. A34(L)
GEVAAR! De staalkabel dient te allen tijde minimaal 2x om de kabeltrommel gewonden te blijven om voldoende grip te kunnen garanderen op de kabeltrommel. Daarnaast mogen er nooit meer dan 3 lagen staalkabel op de kabeltrommel komen te liggen om te voorkomen dat de kabel langs de randen van de trommel weg zou kunnen lopen.
Het verankeringmateriaal moet geschikt zijn voor de krachten die de lift uitoefent. Zie de bijlage Voorbeeldberekeningen verankering. • Breng het verankeringmateriaal aan volgens de voorschriften van de fabrikant. • Plaats de draaikoppelingen ten behoeve van de verankering bij voorkeur vooraf in de mast. A34(L)
Pagina 39
Meters A34(L) Maximale hoogte bij een vrijstaande bouwlift 7,5 (uitstaphoogte 6,2 m) Dit is alleen toegestaan bij een A34(L) met een platform van 1,5x0,9 m met stabilisatoren en een steiger met uitbouw. Maximale hoogte bij een verankerde bouwlift. 21,5 (uitstaphoogte 20,2 m) Maximale hoogte van de eerste verankering.
Pagina 40
(zie Opties op pagina 75 voor het artikelnummer). Voor de A34(L) zijn 2 soorten masten verkrijgbaar, de 60.084900 met een 34 mm. pijp aan de achterzijde en de 65.084901 met een 48 mm. pijp aan de achterzijde. Deze mogen door elkaar op één lift worden gebruikt. Omdat de achterpijp van oudere masten dunner is dan een normale steigerpijp dient in dat geval altijd het voorgeschreven mastklemstuk gebruikt te worden.
E NOOD BOVENAFSLAG INSTALLEREN ROOD Pas op! Tijdens de montage/ demontage van de lift is de nood-bovenafslag niet gemonteerd. Plaats de (rode) nood-bovenafslag in de mast op ca. 0,5 m onder de kopsectie en zet deze vast door de koppeling vast te draaien Let op Wanneer de nood-bovenafslag is aangesproken moet de lift een klein stuk...
Let op Zorg dat de stekkerverbindingen van de etageafsluitingen en de etagebedieningskasten horizontaal opgehangen worden (aan bijvoorbeeld een leuning of ligger van de steiger) zodat er geen regenwater in de stekers kan lopen. A34(L)
Pagina 43
Om de etageafsluiting te installeren: 1. Plaats op elke stopplaats een etageafsluiting. 2. Verbind de etageafsluitingen met elkaar door zoals aangegeven in de tekening. 3. Verwijder de doorlusstekker uit de bedieningskast 4. Verbind de stekker van de etageafsluiting (optie) van de laagste stopplaats ...
Als u steigerpijpen gebruikt, moet er een handregel zijn op minimaal 1,1m hoogte, en een knieregel op 0,5m hoogte. Het toegangshek dient elektrisch bewaakt te zijn. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een LS4 schuifhek (mechanische vergrendeling, zoals voetregel of LDR4A niet benodigd) . A34(L)
4.12 D E VERSTELBARE ETAGEAFSLAG VAST OPTIE INSTALLEREN Indien de lift voorzien is van de optionele zgn. overneembesturing kan de lift precies op de juiste etage gestopt worden. Hiervoor moet de etageschakelaar in de mast gemonteerd worden. Een scheen op de loopwagen loopt over de schakelaar en stopt de lift.
uit WCD 1 en WCD 2 genomen te worden en de kabel voor etage 1 en 2 in de betreffende WCD’s ( )gestoken te worden. De bovenafslag wordt dan gebruikt voor de 3e etage. A34(L)
4.14 H ET HIJSOOG OPTIE INSTALLEREN De lift is te hijsen met behulp van het hijshulpstuk met max. 9,5 m mast. Het hijshulpstuk mag zowel bovenop de mast (linker afbeelding hieronder) als halverwege de mast (rechter afbeelding hieronder) gemonteerd worden, zolang het ...
Schakel de spanning in: 1. Op de bedieningskast, steek de voedingskabel in de daarvoor bestemde aansluiting 2. Controleer de fasewachter (alleen A34): de 2 lampjes van de fasewachter moeten allebei branden. Als één of beide lampjes niet branden, controleer dan de voeding.
E LIFT BEDIENEN 5.3.1 Bediening op de begane grond (standaard) Deze bedieningskast bevat de volgende knoppen: Knop om de lift omhoog te bewegen. Noodstop. Knop om de lift omlaag te bewegen. Om de lift te bewegen: houd knop ingedrukt.
Pagina 50
Om de lift tussentijds te stoppen kan altijd de noodstop gebruikt worden. Om de lift daarna weer te kunnen bedienen dient deze weer in de werkstand gebracht te worden door hem weer terug te trekken. A34(L)
DEMONTAGE EILIGHEID TIJDENS DEMONTAGE Tijdens de demontage kan de nood-bovenafslag niet gemonteerd zijn. Dit betekent dat een deel van de veiligheidsvoorzieningen niet functioneert. De lift is dusdanig geconstrueerd dat de loopwagen niet van de mast kan vallen. GEVAAR! Let er desondanks op dat het platform niet uit de mast loopt! Stop de lift voordat u het einde van de mast bereikt.
3. Koppel de stekkers van de etageafsluitingen van elkaar los. 4. Verwijder de doorlusstekker van de etageafsluiting op de bovenste stopplaats. 5. Koppel de stekker van de etageafsluiting van de laagste stopplaats los van de bedieningskast A34(L)
6. Steek de doorlusstekker in de bedieningskast E MAST DEMONTEREN Om de lift te kunnen kantelen en vervoeren dient minimaal 5,5 m en maximaal 7,5 m totale masthoogte aanwezig te blijven. Om de lift tot deze hoogte af te bouwen: 1.
Pagina 54
1 persoon op de grond om de lift te bedienen. Het is belangrijk dat deze personen in staat zijn om duidelijk met elkaar te communiceren, zodat geen misverstanden kunnen ontstaan, desnoods met behulp van communicatieapparatuur. A34(L)
Pagina 55
5. Demonteer de verstelbare etageafslag (optie) 6. Demonteer de verstelbare bovenafslag 7. Demonteer de verstelbare nood-bovenafslag 8. Vergrendel de loopwagen door de vergrendelpen richting mast uit te laten steken (zoals omschreven op pagina 19). 9. Laat de lift zakken met de remlichter totdat de vergrendelpen op de genoemde sport van de mast rust.
Pagina 56
25. Zet de mastafscherming vast met de bouten. Pas op! Indien de lift op grotere hoogte heeft gestaan controleer dan het aantal lagen op de kabeltrommel. De staalkabel moet met minimaal 2 wikkelingen om de kabeltrommel gewonden te blijven en mag maximaal 3 lagen dik zijn A34(L)
E LIFT VLAK KANTELEN Let op Het kantelen dient door minimaal 2 personen te gebeuren Let op Om de lift te kantelen is het voor de balans nodig dat er minimaal 5,5 m en maximaal 7,5 m mastlengte aanwezig is, dit om onhandelbare krachten te voorkomen wanneer het platform zich onderin bevindt.
Pagina 58
(beide kleppen), zodat de klepsluitingen geblokkeerd zijn en de kleppen niet ongecontroleerd open kunnen vallen. 5. Verwijder de achterste stabilisatiebalken (of draai ze om in de bevestigingskoker) en monteer de voorste stabilisatiebalken en borg deze met de bouten en moeren. A34(L)
Pagina 59
Let op! Wanneer de voorste stabilisatiebalken niet gemonteerd zijn kan de lift doorschieten tijdens het kantelen. Monteer deze dus altijd! 6. Koppel de stroomvoorziening los. 7. Verwijder de grondomheining/ hekwerken. 8. Kantel de lift VOORZICHTIG door de bovenzijde van de schuine schoor naar beneden te trekken totdat de wielen de grond raken 9.
1. Demonteer de kopsectie met de 4 bouten en moeren 2. Monteer de transporthouder 3. Monteer de kopsectie weer terug op de verlengmast met de 4 bouten en moeren A34(L)
4. Monteer/demonteer het aantal masten dat nodig is om tot de juiste maatvoering te komen door de bouten en moeren te demonteren. Voor de A34(L) zijn 2 soorten masten verkrijgbaar, de 60.084900 met een 34 mm. pijp aan de achterzijde en de 65.084901 met een 48 mm. pijp aan de achterzijde.
2. Verwijder alle vloeistoffen (bijvoorbeeld smeermiddelen) en voer deze af in overeenstemming met uw lokale wetgeving. 3. Verwijder alle bekabeling. 4. Demonteer het platform, de loopwagen en het frame. 5. Sorteer de onderdelen naar materiaaltype en voer ze af in overeenstemming met uw lokale wetgeving. A34(L)
ONDERHOUD EILIGHEID TIJDENS ONDERHOUD EN REPARATIES • Bij werkzaamheden aan de lift wordt dringend geadviseerd om dit op de begane grond te doen met het platform beneden. • Als u op hoogte en/of in de lift werkt, moet u zich beschermen tegen vallen, o.a. door een veiligheidsgordel te gebruiken.
Om de lift buiten gebruik te stellen (bijvoorbeeld bij storingen of tijdens onderhoud): 1. Trek de voedingskabel uit de bedieningskast 2. Zorg dat de voedingskabel in een afgesloten ruimte wordt opgeslagen die niet openbaar toegankelijk is om misbruik van de lift te voorkomen. A34(L)
EGULIER ONDERHOUD GEVAAR! De staalkabel dient te allen tijde minimaal 2x om de kabeltrommel gewonden te blijven om voldoende grip te kunnen garanderen op de kabeltrommel. Daarnaast mogen er nooit meer dan 3 lagen staalkabel op de kabeltrommel komen te liggen om te voorkomen dat de kabel langs de randen van de trommel weg zou kunnen lopen.
Om uw veiligheid te garanderen is de lift voorzien van een vangpal als valveiligheid. Deze zorgt ervoor dat wanneer de staalkabel zou breken, loskomen van de trommel of motor, het platform tot een gecontroleerde stop komt. Het is niet toegestaan om zelf onderhouds- of afstelwerkzaamheden uit te voeren aan de valveiligheid. A34(L)
E VALVEILIGHEID RESETTEN Wanneer de valveiligheid is aangesproken (bij bijvoorbeeld een breuk van de staalkabel) moet deze daarna gereset worden. Dit gebeurt op de volgende manier: 1. Vervang (indien nodig) de staalkabel zoals beschreven in “De staalkabel vervangen” op pagina 65. Vergewis u er nogmaals van dat de staalkabel juist is aangebracht.
Het bedienen van de remlichter op een andere wijze of vanuit een andere positie dan hier beschreven, is niet toegestaan. Hiermee wordt beklemminggevaar van het onderhoudspersoneel voorkomen. 3. Laat het platform zakken tot de gewenste hoogte is bereikt, dit is bij voorkeur de Begane Grond. A34(L)
2 maanden" op pagina 81). Vul de lijst in, onderteken en bewaar de lijst. • Jaarlijks Laat de jaarlijkse inspectie uitvoeren (zie "Jaarlijkse inspectie" op pagina 71). Hieronder staat een voorbeeld van de typeplaat zoals deze aanwezig moet zijn op de A34(L). Versie 1.9...
Zorg voor een juiste smering van de onderdelen waarvoor dat nodig is Controleer de werking van de motorrem: 1. Plaats een last (ca. 100 kg) op het platform. 2. Beweeg de lift omlaag. 3. Laat de Neer knop los. De lift moet meteen stoppen. A34(L)
7.9.2 Jaarlijkse inspectie Minstens eenmaal per jaar moet u de lift uitgebreid laten onderzoeken en beproeven. Dit onderzoek moet worden uitgevoerd door een deskundige technische dienst van de eigenaar, door de fabrikant of leverancier van de bouwlift of door een onafhankelijke instantie.
Deze sectie bevat procedures waarmee u snel de oorzaak van een storing kunt vinden. Als de lift na al deze controles nog niet werkt, neem dan contact op met de Jong's Liften B.V.. Opmerking Deze sectie is bruikbaar voor alle bouwliften van de Jong's Liften B.V. A34(L)
7.10.1 De storing lokaliseren op een A34L (lichtnet) - Bouwspanning in orde? Controleer de zekering van de - Staat er spanning op de voedingskabel? voedingskabel. Laat door een elektricien de ❖ (optie) Kaltleiter motorbeveiliging: voedingskabel controleren. ➢ Brandt de groene LED (u)? Controleer stekerverbindingen.
7.10.2 De storing lokaliseren op een A34 (krachtstroom) Bouwspanning in orde? Controleer of de motor beveiligingsschakelaar Brandt de LED van de fasewachter? (Q0) aan staat. (de witte knop dient ingedrukt te zijn) Controleer of de werkschakelaar (WS) in (“1”) staat.
BIJLAGEN PTIES Naam Art.nr. Afbeelding Oprijklep 0,6 m met zij- 65.088961 uitvalbeveiliging (SP1) 60.084900 Verlengmast (34 mm) 65.084901 Verlengmast (48 mm) Mastklemstuk, ook nodig voor 60.075500 werkstuit samen met een steigerpijp (34/48 mm) 48 mm, l=500 mm Mastklemstuk, ook nodig voor 28.290029 werkstuit samen met een steigerpijp (48/48 mm)
Pagina 76
Staalkabel (Ø6, L=65 m) tbv 21,5 m 28.100900 mast Kopsectie 65.031800 Transporthouder met kogelkoppeling 60.075200 Platformkabel compleet met stekers 65.084500 (L=12m) tbv 9,5 m mast Platformkabel compleet met stekers 65.084600 (L=17m) tbv 15,5 m mast D-sluiting (1000 kg) 28.120900 A34(L)
Pagina 77
Schokdemper t.b.v. valveiligheid 28.290083 (altijd per 2 bestellen) Motorreductor met rem (ruil)A34L 26.015000 Motorreductor met rem (nieuw) A34L 65.000300 Motorreductor met rem (ruil)A34 26.015100 Motorreductor met rem (nieuw) A34 65.000400 Luchtbandwiel (max. 16 km) 28.000500 Hijshulpstuk 60.145500 Mastafscherming met signalering 65.088936...
Pagina 78
Onderstel tbv openbare weg. Max 80 km/u. 65.088726 Gekeurd als trailer tot 750 kg Platform 1,685 x 0,9 m 65.088790 A34(L)
ONTROLELIJST NA OPSTELLING ELKE MAANDEN Vul deze lijst in na opstelling en eenmaal per 2 maanden. Servicerapport nummer Klantnummer lift Locatie van de Lift op het werk Fabricaat Type Fabrieksnummer 1. Is de bouwlift op een harde en vlakke ondergrond opgesteld? 2.
Pagina 82
36. Is de mee omhoog gaande kabel (sleepkabel) voorzien van een trekontlasting? 39. Moeten er nog zaken door het werk worden aangepast om de liftopstelling aan het ARBO-besluit te voldoen? (Indien Ja, zie opmerkingen op servicerapport met bovenstaand nummer) Naam en handtekening controleur: Naam en handtekening klant: Datum: Datum: A34(L)
AARLIJKS KEURINGSFORMULIER Jaarlijks keuringsformulier ten behoeve van bouwliften (blad 1/3) Liftgegevens Fabricaat Type Bouwjaar Serienummer Nominale last Lengte platform Breedte platform Aandrijving Staaldraad Klantgegevens Naam Adres Keuringsgegevens Datum Locatie Zie servicerapport nr. Beproefd door TOELICHTING • Een dik gedrukt punt geeft aan dat dit een punt is waar de lift op afgekeurd kan worden.
Pagina 84
50 cm. en maximaal 2 m bedragen. 6. Elektrische installatie 6.1 Hoofdschakelaar afsluitbaar? 6.2 Thermische beveiliging motor? 6.3 Stuurstroom zekering? 6.4 Fase beveiliging? 6.5 Veiligheidsaarding? 6.6 Gestelaarding? 6.7 Elektromotor? 6.8 Elektrische kabels en bedrading? A34(L)
Pagina 85
In orde Niet in orde n.v.t. Vervolg Keuringspunten (blad 3/3) 7. Drijfwerk staalkabellift 7.1 Wagen niet uit mastgeleiding? Staalkabel? 7.3 Vloeistofpeil van de motor? 7.4 Rem? 7.5 Remlichter? 7.6 Motorbevestiging? 8. Elektrische beveiligingen 8.1 Noodboven-schakelaar? 8.2 Valbeveiligingsschakelaar? 8.3 Noodstop? 8.4 Draaihek- / oprijklep- schakelaars? 8.5 Boven- en onderafslag? 8.6 Schakelaar masthek en werkstuit? 8.7 Etageafslag?