Let op
Als u een voorgedefinieerde instel‐
lingen zoals Pop-Rock aanpast,
wordt deze aanpassing toegepast
op de instelling Gebruiker of
Persoonlijk.
Bij activering van de functie
Loudness worden mogelijk lage
geluidsvolumes gehanteerd.
Balance en fader instellen
Selecteer het tabblad Verdeling.
U beschikt over diverse voorgedefini‐
eerde instellingen voor aanpassing
van de balans in de auto (zoals Alle
passagiers of Alleen vóór).
Om de actuele instellingen (zoals Alle
passagiers) te wijzigen moet u de
instelling selecteren en vervolgens de
nieuwe instelling selecteren uit de
weergegeven lijst.
U kunt alle voorgedefinieerde instel‐
lingen aanpassen.
Beweeg de cursor op de afbeelding
rechts op het scherm naar het punt in
het interieur waar het volume het
hoogst moet zijn.
Selecteer h om terug te keren naar
de fabrieksinstellingen.
Volume-instellingen
Druk op SET / z, selecteer Audio-
instellingen gevolgd door het tabblad
Geluid.
Akoestische aanraakfeedback
Als de geluidsfeedbackfunctie is
geactiveerd, hoort u een pieptoon als
een schermtoets of menuoptie wordt
bediend.
Activeer Geluiden touchscreen om
het volume voor de aanraakpiepjes
aan te passen en pas de instelling
aan.
Basisbediening
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Activeer of deactiveer Snelheidsaf‐
hankelijke volumeregeling.
Bij activering wordt het volume van
het Infotainmentsysteem automa‐
tisch afgestemd afhankelijk van weg-
en windgeluiden onderweg.
Gesproken instructies
Selecteer het tabblad Spraak.
Pas het volume aan voor alle gespro‐
ken instructies van het systeem, zoals
verkeersberichten, navigatieberich‐
ten et cetera.
Beltoon
Selecteer het tabblad Beltonen.
Pas het beltoonvolume aan voor inko‐
mende gesprekken.
Systeeminstellingen
Druk op SET / z en selecteer dan
OPTIES.
21