Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 40.
PROJECTIE
Maak verbinding met uw smartphone
om specifieke apps van uw smart‐
phone op het infotainmentsysteem
weer te geven.
Selecteer PROJECTIE om de weer‐
gavefunctie te starten.
Afhankelijk van de smartphone die is
verbonden, verschijnt er een hoofd‐
menu met verschillende apps die u
kunt selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 33.
NAV
Selecteer om de navigatieapplicatie
BringGo te starten NAV.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 33.
INSTELLINGEN
Selecteer INSTELLINGEN om een
menu met de verschillende systeem‐
gerelateerde instellingen te openen,
bijvoorbeeld om Geluidsterugmelding
bij aanraken te deactiveren.
OnStar
Select OnStar om een menu met de
OnStar Wi-Fi-instellingen te openen.
Zie de Gebruikershandleiding voor
een gedetailleerde beschrijving.
Inleiding
Basisbediening
Het display van het Infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig
oppervlak voor rechtstreekse interac‐
tie met de getoonde menubedie‐
ningsorganen.
Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpennen,
potloden of iets soortgelijks voor
het aanraakscherm.
9 schermtoets
13