BEDIENING
Schakel het apparaat in
•
U kunt kiezen uit twee voedingsmethoden: interne batterijvoeding of externe
DC-adaptervoeding. De voedingsspanning van de DC-adapter is de netspanning.
Nadat u de voeding hebt aangesloten, start u het zelfkalibratieproces door op de
knop [USER] en vervolgens op [F3] te drukken. Dit zorgt voor optimale prestaties.
Toegang krijgen tot signalen
•
Druk op de UTILITY-knop en vervolgens op F1. Op het scherm verschijnen de
woorden DEFAULT SETUP.
•
Verbind de sonde met de ChA-input.
•
Zet de sondedempingsschakelaar op de 10X-positie.
Opmerking U moet de sondedempingsfactor van de oscilloscoop
instellen. Deze factor wijzigt het verticale bereik-veelvoud om te
verzekeren dat het meetresultaat de amplitude van het gemeten
signaal correct weergeeft.
Stel de dempingsfactor van de sonde als volgt in: Selecteer het
andere menu in Kanaal A en stel vervolgens de
sondeverhouding in op 10X met de draaiknop.
•
Retournering
•
K-retournering
•
Normaal
•
Omkeren
•
Sluit de sonde-punt en de aardklem aan op de output-terminal van de
functiesignaalgenerator. Selecteer een blokgolf met een outputfrequentie van 1 kHz
en een amplitude van 3 Vpp. Druk op [AUTO] en u zult binnen enkele seconden
een 1 kHZ/3 Vpp-blokgolf op de display zien, zoals weergegeven in Figuur 1-5.
Herhaal stappen 2 en 3 om Kanaal B te controleren.
•
Input A : aan
Koppeling : DC
Bandbreedtelimiet ; volledige bandbreedte
Voorspanning: anderen
•
Pas de variabele condensator op de sonde aan met een geïsoleerde
schroevendraaier totdat er een correcte golfvorm is bereikt.
AUTOMATISCH INGESTELDE GOLFVORMWEERGAVE
•
De oscilloscoop is voorzien van een autoset-functie die automatisch de verticale
afbuigfactor, de scanduurbasis en de triggermodus aanpast op basis van het
inputsignaal, totdat de meest geschikte golfvorm wordt weergegeven.
•
Deze functie werkt alleen wanneer het te meten signaal 50 Hz of meer is en de
werkcyclusratio groter is dan 1%.
4