Bij gebruik van een elektrisch apparaat dienen de veiligheidsinstructies altijd te worden opgevolgd om het risico op brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel of materiële beschadiging te verminderen. Lees alle instructies voordat u het apparaat gebruikt en bewaar deze voor toekomstig gebruik.
Een duidelijke LCD en wiskundige bedieningsfuncties maken het gemakkelijk om het te gebruiken om signaalproblemen op een snellere en duidelijkere manier te observeren en te analyseren. Model Bandbreedte Bemeetfrequentie Scherm 72-9355 60 MHz 250 MS/s Kleur 72-9360 100 MHz 500 MS/s...
BEDIENING Schakel het apparaat in • U kunt kiezen uit twee voedingsmethoden: interne batterijvoeding of externe gelijkstroomadaptervoeding. De voedingsspanning van de gelijkstroomadapter is de netspanning. Nadat u de voeding hebt aangesloten, start u het zelfkalibratieproces door op de knop [USER] en vervolgens op [F3] te drukken. Dit zorgt voor optimale prestaties.
De Autoset-functie gebruiken • Sluit het te meten signaal aan op het signaalinvoerkanaal. • Druk op AUTO en de oscilloscoop scant de tijdbasis en triggermodus en stelt de verticale afbuigfactor in. U kunt na dit proces handmatig verder aanpassingen doorvoeren om de optimale weergave te krijgen. BEDIENINGSKNOPPEN VAN HET SCHERM Verticale bediening •...
INSTELLEN VAN HET INSTRUMENT Het instrument resetten • Volg onderstaande stappen om de fabrieksconfiguratie te gebruiken: • Nadat u de voeding heeft aangesloten drukt u op [POWER] om de oscilloscoop in te schakelen. Houd, wanneer het opstartscherm verschijnt, de [CLEAR/MENU]-toets ingedrukt om de fabrieksconfiguratie te selecteren.
Pagina 7
Overige Sonderatio Selecteer een van de waarden op basis van de dempingsfactor van de sonde om de waarde van 100x het gemeten signaal correct te houden. 1000x Polariteit Normaal Normale golfvormweergave Omkeren Golfvorm is omgekeerd Kanaalkoppeling instellen • Om een signaal toe te passen op kanaal A. Het signaal dat wordt getest is een sinussignaal dat gelijkhoeveelheden bevat.
Instelspanning instellen • De instelspanning is geschikt voor het observeren van de volgende signalen: • Het invoersignaal bestaat uit relatief hoge gelijkstroomhoeveelheden en relatief lage wisselstroomhoeveelheden. • Het wisselstroom-invoersignaal is erg laag in frequentie en bevat gelijkstroomhoeveelheden. Wisselstroommodus is niet geschikt. •...
Pagina 9
Configuratie van het triggersysteem • Triggeren beslist wanneer de oscilloscoop gegevens verzamelt en golfvormen weergeeft. Nadat de trigger correct is geconfigureerd, kan het onstabiele weergaven transformeren in zinvolle golfvormen. • Wanneer de oscilloscoop met digitale opslag met het verzamelen van gegevens begint, verzamelt de oscilloscoop eerst voldoende gegevens die nodig zijn om een golfvorm aan de linkerkant van het triggerpunt te tekenen.
Pagina 10
Pulstrigger • Wanneer de pulsbreedte van het triggersignaal een vooraf ingestelde triggervoorwaarde bereikt, treedt de trigger op. • Pulstrigger houdt in het bepalen van de triggertijd op basis van de pulsbreedte. U kunt een abnormale puls verkrijgen door de pulsbreedte-voorwaarde in te stellen. Functie Configuratie Toelichting...
• Wanneer de synchronisatiemodus even veld is, ziet u een schermweergave zoals hier getoond wordt. Afwisselende trigger • Wanneer een afwisselende trigger is geselecteerd, zullen triggersignalen aanwezig zijn in hun individuele verticale kanalen. Deze triggermodus is geschikt voor het waarnemen van twee signalen van niet-gerelateerde signaalfrequenties.
De triggerpositie wordt meestal ingesteld op het horizontale midden van het scherm. In dit geval kunt u 6 indelingen van pre-trigger- en vertraagde triggerinformatie bekijken. Door de horizontale positie van de golfvorm aan te passen kunt u meer informatie over de pre-trigger bekijken.
Pagina 13
Opmerking A • Gebruik realtime-bemeting om enkelvoudige signalen te waarnemen. • Gebruik "Equivalente bemeting" om cyclische signalen met een hoge frequentie te waarnemen. • Selecteer piekdetectie om een gemengde omgeving te vermijden. • Om willekeurige ruis van het weergegeven signaal te verminderen, selecteert u gemiddelde bemeting en verhoogt u het gemiddelde aantal keren in veelvouden van 2, d.w.z.: selecteer van 2 tot 256.
Pagina 14
BEDIENING Om de piek-tot-piekwaarde van kanaal A weer te geven • Druk op [A] om kanaal A in te schakelen. • Druk op [SCOPE] om het veel gebruikte functiemenu te openen. • Druk op [F2] om de parametermeetopties in te voeren. •...
Om alle meetwaarden van kanaal A weer te geven • Druk op [A] om kanaal A in te schakelen. • Druk op [SCOPE] om het veel gebruikte functiemenu te openen. • Druk op [F2] om de parametermeetopties in te voeren. •...
Voor het aanvragen van het oproepen van een opgenomen golfvormdocument dat is opgeslagen op het USB-apparaat • Plaats het USB-apparaat en druk op [SAVE] (opslaan) om het opslagmenu te openen. Druk op [F3] om de opnamefunctie te selecteren. • Druk op [F3] om "importeren" te selecteren en druk vervolgens op [F2] om de optie "USB-document"...
Cursormeting • Druk op [CURSOR] om het cursormeetmenu weer te geven en druk vervolgens op [F1] om de cursor te activeren. • Het [CURSOR]-menu biedt twee cursor-meetmodi: spanning en tijd. • Wanneer u de spanning meet, drukt u op [F2] op het voorpaneel en op de draaiknop om de posities van de twee cursors in te stellen voor de ΔV-meting.
Pagina 18
Bediening van Wiskundige Functies • Wiskundige functies zijn weergaven van +, -, ×, ÷ en FFT wiskundige resultaten van kanaal A en kanaal B. • Druk op [MATH] en vervolgens op [F1] om FFT, +, -, ×, ÷ of OFF als het wiskundige type te selecteren. Functiemenu Configuratie Opmerkingen...
dit bekend als lekkage. Om lekkage te voorkomen, vermenigvuldigt u de oorspronkelijke golfvorm met één vensterfunctie om de waarde op 0 in te stellen voor het starten en het proces dwangmatig te beëindigen. Zie de onderstaande tabel voor het toepassen van de vensterfunctie: FFT- Eigenschap...
Pagina 20
Het gebruik van de Run-knop • Er zit een [RUN/STOP]-knop op het voorpaneel. Wanneer deze knop wordt ingedrukt, stopt uw oscilloscoop met het verzamelen van gegevens. Om de gegevensverwerving opnieuw te starten, drukt u nogmaals op de knop. Auto Setup: •...
SYSTEEMMELDINGEN Definities van systeemmeldingen Adjustment at Ultimate Limit: dit geeft aan dat de multifunctionele controleknop zijn aanpassingslimiet heeft bereikt in de huidige status. Er is geen verdere aanpassing mogelijk. Wanneer de verticale afbuigfactor-schakelaar, tijdbasis- schakelaar, X-verschuiving, verticale verschuiving en de aanpassingen van het triggerniveau hun uiterste limieten hebben bereikt, verschijnt deze melding.
Pagina 22
U kunt het programma-upgradepakket verkrijgen bij onze marketingafdeling of het online downloaden van onze website. Gebruik het ingebouwde upgrade-systeem van de oscilloscoop om het programma te upgraden, zodat het de nieuwste versie is die door Tenma en UniTrend is uitgegeven.
Tenzij anders aangegeven, zijn alle technische specificaties van toepassing op sondes met een 10x-dempingsinstelling, en is de oscilloscoop gedurende 30 minuten ingeschakeld bij de opgegeven omgevingstemperaturen. Bemeting Sampling-modi Realtime Equivalent 250 MS/s (72-9355) Bemetingsfrequenties 500 MS/s (72-9360) 25 GS/s 1 GS/s (72-9365) Bemeting Sampling, piekdetectie, gemiddelde...
Pagina 24
Lagefrequentierespons ≤ 10 Hz bij BNC (Wisselkoppeling, -3 dB) Wanneer de verticale gevoeligheid 5 mV/div ±4% is (bemeting of Gelijkstroomtoename- gemiddelde bemetingsmodus) nauwkeurigheid Wanneer de verticale gevoeligheid 10 mV/div ~ 5V/div ±3% is (bemeting of gemiddelde bemetingsmodus) Wanneer de verticale verschuiving nul is en N ≥ 16: ±(4% x meting + 0,1 div + 1 mV) en 5 mV/div is geselecteerd;...
Pagina 25
Meting Spanningsverschil (rV) tussen cursors, Cursor Handmatige modus tijdsverschil (rT) tussen cursors, rT aftelling (Hz)(1/rT) Cursorweergave is toegestaan tijdens een automatische meting. Totaal 27 metingen: piek-tot-p i ek, amplitude, maximum, minimum, top, bodem, gemiddelde, gemiddeld, k wadratisch gemiddelde, overshoot, pre- Automatische meting shoot, frequentie, cyclus, sti j gtijd, valtijd, positieve puls, negatieve puls, positieve arbeidscyclus-ratio,...
100-240V AC rms 45-440Hz, CAT II Energieverbruik Minder dan 20 VA. Gelijkstroomtoevoer 72-9355/72-9360: 3u/72-9365: 2u Omgeving In bedrijf: 0 o C - 40 o C (32 o F - 104 o F) Temperatuur Opslag -20 o C - 60 o C (4 o F - 140 o F)
Pagina 28
INFORMATIE OVER AFVALVERWERKING VOOR CONSUMENTEN VAN ELEKTRISCHE & ELEKTRONISCHE APPARATUUR Wanneer dit product het einde van zijn levensduur heeft bereikt, moet het worden behandeld als elektrisch afval en elektronische apparatuur (EAEA). Alle EAEA- gemarkeerde producten mogen niet worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval, maar moeten gescheiden worden gehouden voor de behandeling, terugwinning en recycling van de gebruikte materialen.