Nadat Wi-Fi+ is ingeschakeld, maakt uw telefoon/tablet automatisch verbinding met
•
het beste netwerk dat beschikbaar is.
Wi-Fi+ kan automatisch naar uw mobiele datanetwerk schakelen; dit is afhankelijk van
•
de sterkte van de Wi-Fi+ signalen in uw gebied. Houd er rekening mee dat het gebruik
van mobiele data om video's en andere grote bestanden te downloaden of bekijken,
extra kosten met zich kan meebrengen. Koop een geschikt data-abonnement om
overmatige datakosten te voorkomen.
Nadat Wi-Fi+ is ingeschakeld, zelfs als Wi-Fi handmatig is uitgeschakeld, kan het
•
apparaat automatisch overschakelen naar een Wi-Finetwerk wanneer een geschikt Wi-
Fi-netwerk wordt gevonden waarmee u eerder verbonden bent geweest.
Uw mobiele netwerk delen met andere apparaten
U kunt uw mobiele data met uw vrienden delen.
Persoonlijke hotspot gebruiken om mobiele data te delen: Open
naar Draadloos en netwerken > Persoonlijke hotspot. Stel Naam van het apparaat en
Wachtwoord in en schakel dan de hotspot in om deze te gebruiken.
Datalimiet voor gedeelde mobiele data instellen: Ga naar Instellingen > Draadloos
en netwerken > Persoonlijke hotspot > Meer en tik op Datalimiet om de datalimiet
voor een enkele sessie in te stellen. Wanneer deze limiet wordt bereikt, zal uw apparaat
de hotspot automatisch uitschakelen.
Bluetooth gebruiken om mobiele data te delen: Sluit uw apparaat op een andere apparaat
aan met behulp van Bluetooth en schakel vervolgens Bluetooth-tethering in om uw mobiele
data te delen. Open
hotspot > Meer en schakel Bluetooth-tethering in. Tik via het instellingenscherm van
Bluetooth van het gekoppelde apparaat op
vervolgens Internettoegang in om een internetverbinding tot stand te brengen en uw
mobiele data te delen.
USB gebruiken om mobiele data te delen: Gebruik een USB-kabel om uw apparaat te
verbinden met uw computer. Open
Persoonlijke hotspot > Meer en schakel USB-tethering in om te starten met het delen van
uw mobiele data.
Afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer moet u mogelijk
apparaatstuurprogramma's installeren of de relevante netwerkverbinding op uw
computer tot stand brengen voordat u deze functie kunt gebruiken. Raadpleeg voor meer
informatie de handleiding van het besturingssysteem van uw computer.
Instellingen, ga naar Draadloos en netwerken > Persoonlijke
Instellingen, ga naar Draadloos en netwerken >
naast het gekoppelde apparaat en schakel
Wi-Fi en netwerk
Instellingen en ga
70