6
Houd de patroon met de inktsproeiers naar onder en de contacten naar de achterkant van de printer
vast, en installeer de patroon met een draaibeweging in zijn houder, door eerst de zijde met de
inktsproeiers aan te brengen.
7
Duw de patroon naar voren tot hij door de bevestigingsklem geblokkeerd wordt.
8
Sluit de binnenklep van de printer.
9
Indien een nieuwe patroon geïnstalleerd is, voert de printer een automatische herkenningsprocedure
van de inktpatroon uit die ten minste 1 minute duurt. Daarna wordt de uitlijningspagina afgedrukt om
aan te geven dat de geïnstalleerde nieuwe patroon automatisch is uitgelijnd.
Zie "Uitlijning van de inktpatronen".
30
HOODFSTUK 4