Laden configureren
In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en formaat:
Wanneer u papier in de lade plaatst
●
wanneer u een bepaalde lade of een bepaald afdrukmateriaal opgeeft voor een afdruktaak, terwijl
●
de instellingen van het printerstuurprogramma of een programma en de lade niet overeenkomen met
de instellingen voor de afdruktaak.
OPMERKING:
geconfigureerd voor de instellingen Elk formaat en Elk soort. In dit geval wordt de taak afgedrukt
vanuit lade 1 als voor de afdruktaak geen lade is opgegeven, zelfs als het papierformaat en de
papiersoort van de afdruktaak niet overeenkomen met het in lade 1 geplaatste papier.
Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier
1.
Plaats papier in de lade. Sluit de lade als u lade 2 of 3 gebruikt.
2.
Het ladeconfiguratiebericht wordt weergegeven.
3.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op de knop
●
Als u de formaatconfiguratie van de lade wilt wijzigen, drukt u op de pijl omlaag
●
optie Wijzigen te markeren. Druk vervolgens op de knop OK.
a.
b.
Een lade configureren op basis van de instellingen van de
afdruktaak
1.
Geef in het softwareprogramma de bronlade, het papierformaat en de papiersoort op.
2.
Verzend de taak naar het product.
Als de lade moet worden geconfigureerd, wordt het ladeconfiguratiebericht weergegeven.
3.
Vul de lade met het opgegeven type en formaat papier en sluit de lade.
4.
Wanneer de bevestigingsberichten voor formaat en soort worden weergegeven, drukt u op
het papierformaat en de soort te bevestigen.
NLWW
Dit bericht wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en deze is
OK
om het formaat en de soort te accepteren.
Druk op de pijl omlaag
de knop OK.
Druk op de pijl omlaag
knop OK.
om het gewenste formaat te markeren en druk vervolgens op
om het gewenste type te markeren en druk vervolgens op de
om de
OK
om
Laden configureren
95