Inhoudsopgave
Advertenties
Tabel 23: Toewijzing van de aansluiting tussen de master en het diagnosesysteem van de Amacontrol 4
Diagnosesysteem van de Amacontrol 4 (Modbus-
terminal)
D0
D1
COM
5 Opstelling/Inbouw
Bepaling van het aantal wikkelingen
Voorbeeld 1:
Nominale motorstroom = 16,0 A ➔ 16,0 A + 20% = 19,2 A ➔ aantal wikkelingen = 5
Voorbeeld 2:
Nominale motorstroom = 19,5 A ➔ 19,5 A + 20% = 23,4 A ➔ aantal wikkelingen = 3
5.3.4 Veldbusmodule (Modbus RTU) (alleen bij Amacontrol 4)
Het diagnosesysteem van de Amacontrol 4 wordt elektrisch aangesloten met behulp
van schroefklemmen (D0, D1, COM).
Als er meerdere diagnosesystemen van Amacontrol 4 (slave-deelnemers) in één bus
zijn, is doorlussen mogelijk bij schroefklem D0, D1, COM. Bij de laatste busdeelnemer
moet tussen D0 en D1 de afsluitweerstand van 150 Ω worden aangesloten. Deze
weerstand maakt deel uit van de leveringsomvang. Opmerking: de COM-aansluiting
van de klem is dubbel uitgevoerd en heeft dezelfde potentiaal. Beide COM-
aansluitingen kunnen worden gebruikt. De GND (COM) moet centraal op één punt
worden geaard. Dit wordt bij voorkeur gedaan op het master-systeem.
2-draads RS485-aansluiting (twisted pair)
Amacontrol 4
Diagnose n
Slave n
Max. 1200 m en 32 busdeelnemers
Afb. 9: Veldbusmodule (Modbus RTU), tweedraads-configuratie
COM D0 D1 COM
Afb. 10: Klem veldbusmodule (Modbus RTU), afsluitweerstand
De elektrische kabel die voor de RS485-Modbus RTU moet worden gebruikt, moet
afgeschermd en paarsgewijs gedraaid zijn. Bijv. LiYCY (TP) 2×2×0,25 mm².
Amacontrol
Master (Modbus-klem)
RS485 B / Tx-
RS485 A / Tx+
GND
Master
Amacontrol 4
Diagnose 1
Slave 1
31 van 96
Advertenties
Inhoudsopgave
