De eerste keer dat een Bluetooth-
verbinding met de telefoonportal
wordt ingesteld, wordt een standaard‐
code weergegeven. Deze standaard‐
code kan op elk gewenst moment
worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u een willekeurig geko‐
zen viercijferige code gebruiken.
Selecteer Bluetooth-code wijzigen.
Bewerk in het weergegeven menu de
huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
Een mobiele telefoon via SIM Access
Profile (SAP) verbinden
(alleen CD 400)
Selecteer Apparaat simtoegang
toevoegen.
De telefoonportal scant of er beschik‐
bare apparaten zijn en toont een lijst
met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐
veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.
Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de lijst. De prompt met de
SAP-wachtwoordcode wordt in het in‐
fotainmentdisplay getoond met een
16-cijferige code.
Telefoon
Voer de weergegeven SAP-
wachtwoordcode in de mobiele tele‐
foon in (zonder spaties). De pincode
van de mobiele telefoon wordt in het
infotainmentdisplay getoond.
Wanneer de Pinbeveiliging -functie
actief is, moet de gebruiker de pin‐
code van de simkaart in de mobiele
telefoon invoeren.
101