10.4 Montage van de pompset
Waarschuwing
Hijs de pompset op aan de hijsogen die aan de
fundatieplaat zitten. Gebruik nooit de hijsogen
van de afzonderlijke onderdelen.
Gebruik alleen geschikte hijsapparatuur die in
goede staat verkeert. Zie ook de gewichtbeschrij-
ving op het typeplaatje.
De pompset mag alleen worden getransporteerd
als de deur van de kast vergrendeld is.
Waarschuwing
De toelaatbare vloerbelasting mag niet worden
overschreden. Het gewicht van de pompset staat
vermeld op het typeplaatje.
Plaats de pompset op de betonnen ondergrond of een vlakke
vloer en bevestig deze met ankerbouten. De fundatieplaat moet
overal ondersteund worden. Zie afb. 13 en afb. 14.
Bovendien adviseren we om trillingsdempers onder de pompset
aan te brengen. Zie paragraaf 10.3 Trillingsdemping.
Afb. 13 Juiste installatie
Afb. 14 Onjuiste installatie
10.5 Uitlijnen
Waarschuwing
Plaats de koppelingsbescherming nadat de
pompset goed is uitgelijnd.
Een zorgvuldige uitlijning is van belang voor een
lange gebruiksduur van de koppeling. Dit is
Voorzichtig
vooral van belang bij hogere toerentallen van de
motor. Volg de instructies van de fabrikant van de
koppeling op.
Het uitlijnen dient te worden gedaan voordat de
leidingen worden aangesloten; zo niet, dan kan
N.B.
het onmogelijk worden om de pomp te verplaat-
sen en kan het lastig worden om de aandrijving te
verplaatsen.
Wanneer een complete pompset voorgemonteerd uit de fabriek
komt, dan is de koppeling nauwkeurig uitgelijnd door middel van
vulstukken die onder de pomp en motor geplaatst zijn.
Na het transport en de installatie bestaat de mogelijkheid dat de
pomp en aandrijving niet langer uitgelijnd zijn. Daarom moet de
uitlijning altijd worden gecontroleerd wanneer de pompset is
geïnstalleerd.
Controleer de definitieve uitlijning wanneer de pomp zijn bedrijfs-
temperatuur onder normale bedrijfsomstandigheden bereikt
heeft.
10.5.1 Pompset met elektromotor
Pompsets met een elektromotor zijn voorzien van een standaard
koppeling of uitbouwkoppeling.
S1
Afb. 15 Uitlijnen van pomp en aandrijving
De spleetbreedte S2 en het draaimoment, nodig voor de uitlijning,
worden weergegeven in de volgende tabel. S1 mag niet groter
zijn dan 0,2 mm. Een iets bredere spleet is toelaatbaar als de
pompset niet bedoeld is voor continu bedrijf.
Spleetbreedte S2
Spleetbreedte S2 [mm]
Buitendia-
meter van de
Standaard koppeling
koppeling
[mm]
Setpoint
Tolerantie
80
-
95
-
110
-
125
4
140
4
160
4
200
4
225
4
250
4
90 °
90 °
90 °
90 °
S2
Uitbouwkoppeling
Setpoint
Tolerantie
-
4
0/-1
-
4
0/-1
-
4
0/-1
0/-1
4
0/-1
0/-1
4
0/-1
0/-1
4
0/-1
0/-1
6
0/-1
0/-1
6
0/-1
0/-1
8
0/-1
271