de contactpunten van de inktpatroon reinigen
Reinig de contactpunten van de inktpatroon alleen als op het bedieningspaneel
herhaaldelijk een statusbericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd de
inktpatroon te controleren, terwijl u dat al hebt gedaan.
Voorzichtig Haal beide inktpatronen niet tegelijkertijd uit de
printer. Verwijder en reinig ze een voor een.
Controleer of u het volgende bij de hand hebt:
•
Een schone, niet-pluizende doek
•
Gedistilleerd water, gefilterd water of bronwater (water uit de kraan kan
deeltjes bevatten waardoor de inktpatronen kunnen worden beschadigd).
Voorzichtig Pas op dat u de inkt niet op uw handen of uw kleding
krijgt.
1
Zet het apparaat aan en open de toegangsklep voor de wagen.
De wagen met inktpatronen wordt naar het midden verplaatst.
2
Nadat de wagen met inktpatronen naar het midden van de printer is
gegaan, haalt u de stekker van het zwarte netsnoer van het apparaat uit
het stopcontact.
Waarschuwing! Het is van groot belang dat u de stekker van de printer uit
het stopcontact haalt voordat u de contactpunten van de inktpatronen
aanraakt. Als er nog stroom staat op het apparaat als u de contactpunten
aanraakt, kunt u een elektrische schok krijgen of kan de printer ernstig
beschadigd raken. Gebruik in dit geval niet de knop Aan om de printer uit
te schakelen.
3
Druk op de grijze knop om de inktpatroon te ontgrendelen. Trek de
patroon vervolgens omhoog en uit de sleuf.
4
Controleer of er inkt of ander opgehoopt vuil aanwezig is op de
contactpunten van de patroon en de contactpunten binnen in de
patroonhouder.
5
Verwijder de zichtbare inktvlekken met een schone, niet-pluizende doek.
Bevochtig, indien nodig, de doek met één druppel water.
6
Plaats de inktpatroon weer terug in de houder.
7
Herhaal deze procedure, indien nodig, voor de andere inktpatroon.
naslaghandleiding
onderhoud van de hp officejet
67