Als een willekeurige verliesstroomschakelaar uitschakelt, schakel
hem dan opnieuw in en herneem de test, door éénmaal de fasetoets
0°/180° in te drukken alvorens de testknop in te drukken. Dit
verandert de periode van de golfvorm gedurende dewelke het toestel
de test uitvoert.
verliesstroomschakelaar niet uitschakelt. Schakelt deze wel uit,
vervang hem dan tijdelijk door een geschikte stroomonderbreker
tijdens de test.
Als de gemeten waarde hoger is dan 20Ω, verschijnt het symbool
van overschrijding van bereik "OL". Schakel in dat geval over naar
het 2000Ω bereik en herhaal de test. Is het toestel afgesteld op
"loop 2000Ω", dan wordt de test uitgevoerd met een kleinere stroom
van 15mA, zodat de verliesstroomschakelaar van het circuit niet
uitschakelt. Deze mehode verhindert het uitschakelen van de
verliesstroomschakelaar.
Waarschuwing:
¡ Verbind niet van fase naar fase, gezien de nominale spanning van
het toestel 230V bedraagt.
7.5 Lusimpedantie van een driefasige installatie
Ga tewerk zoals in punt 7.4 en let erop dat telkens slechts één fase
verbonden wordt, met name:
Eerste test: rood meetsnoer met fase 1, zwart meetsnoer met
nulgeleider, groen meetsnoer met de aarde.
Tweede test: rood meetsnoer met fase 2, zwart meetsnoer met
nulgeleider, groen meetsnoer met aarde enz.
WAARSCHUWING
VERBIND HET TOESTEL NOOIT MET TWEE FASEN TEGELIJKERTIJD.
De tests in punt 7.4 en 7.5 meten de lusimpedantie fase/aarde. Wil u
de lusimpedantie fase/nulgeleider meten, ga dan op dezelfde manier
tewerk maar verbind het aardingssnoer met de nulgeleider van het
systeem, t.t.z. hetzelfde punt als het zwarte neutrale meetsnoer.
Als het systeem geen nulgeleider heeft, verbindt men het neutrale
zwarte meetsnoer met de aarde, t.t.z. hetzelfde punt als het groene
aardingssnoer.
verliesstroomschakelaar in dit soort systeem.
Opmerking: Vooraleer men aan de test begint, verwijdert men de
Dit kan als resultaat hebben dat de
Dit werkt enkel bij afwezigheid van een
― 20 ―