4. Installatie
1
2
43
n Afmetingen van de aansluitingen
4 Om gebruik te kunnen maken van de voordelen van een
leidingsysteem zonder ontluchting of afvoer op het hoogste punt
mag het debiet van de vloeistof niet lager zijn dan 0.4 m/s tijdens
het ontluchtingsproces.
4 De leidingen dienen zo kort mogelijk te zijn uitgevoerd en steeds
onder een dalende hoek tussen de collectoren en de aansluiting
met de bereider.
4 Maximale lengte: ¼ Zie de montagehandleiding van de
zonnecollectoren en de technische bladen.
Indien de plaatsingscriteria voor een optimale ontluchting niet
gerespecteerd kunnen worden, dient men over te gaan tot het
plaatsen van een ontluchter met manuele bediening R op de hoogste
plaats(en) van de zonneinstallatie.
4
A
Z
E
R
3
M001755-A
n Aansluiting
4 Het gebruik van een ijzerzaag is verboden.
4 Aansluiting van de buizen door middel van klemringen.
4 Hardsolderen: toegevoegd soldeermetaal zonder vloeimiddel
volgens DIN EN 1044, bijvoorbeeld LAg2P of L-CuP6.
4 Schroefkoppelingen: enkel te gebruiken indien zij bestand zijn
tegen glycol, tegen druk (6 bar naargelang de uitvoering) en tegen
uiteenlopende temperaturen (-30 °C, 180 °C) (aanduiding van de
M001756-A
fabrikant).
4 Afdichtmateriaal: Hennep.
4 Press fitting (6 bar, 140 ºC).
Ideaal
Onjuist (hoge punt niet afgetapt)
Juist (hoge punt afgetapt)
Plaats van het ontluchter met manuele ontluchting
OPGELET
Zachtsolderen is niet toegestaan.
Het gebruik van een vloeimiddel werkt corrosievorming in
de hand in installaties die werken op basis van
propyleenglycol als warmtegeleidende vloeistof. In alle
gevallen is het doorspoelen van de buizen noodzakelijk.
OBS 200...400 OBES 200...400
23/11/2015 - 300029406-05