Inhoudsopgave
Advertenties
38
Hoofdstuk 6 • Bedrijfstoestanden
6.3
Activering van uitgangen
De centrale bevindt zich in de activeringstoestand van de uitgangen, wanneer er een of meerdere
uitgangen werden geactiveerd. Uitgangsfuncties dienen om in brandmeldingstoestand automatisch
alarmeringsvoorzieningen (bijv. sirenes) te activeren, door middel van doormelders de brandweer
te informeren, brandbeveiligingsvoorzieningen te activeren (bijv. brandbeveiligingsdeuren resp. –
kleppen sluiten, airco- resp. ventilatiesystemen uitschakelen, rookafvoeropeningen openen), enz.
6.3.1
Weergave van de activering van uitgangen
6.3.1.1
Afzonderlijke meldingen
De activeringstoestand van de uitgangen wordt op de centrale afhankelijk van de aard van de
geactiveerde uitgangsfunctie als volgt weergegeven:
De lichtdiode 'Geactiveerd' in het veld 'Akoestisch. alarm' brandt,
de lichtdiode 'Geactiveerd' in het veld 'Doormelding' brandt,
de lichtdiode 'Geactiveerd' in het veld 'Sturingen' brandt.
6.3.1.2
Display
Als er uitgangen geactiveerd zijn, springt de menusturing – wanneer er geen gebeurtenis met het
een hogere prioriteit actief is – automatisch naar het menu-item [Aktieve uitgang].
De geactiveerde uitgangen worden in chronologische volgorde van binnenkomst weergegeven.
Afb. 20:
Displaymelding van de geactiveerde uitgangen (sturingen, doormelders, akoestische alarmen)
Er zijn actueel 12 uitgangen geactiveerd, weergegeven worden
- sturing 3000/001: "Flitser"
- akoestisch alarm 100 / element 001: "Slowwhoops kantoor begane grond"
- doormelder brand 1: "brandweer".
Met behulp van de '↑↓'-navigatietoetsen kunt u door alle geactiveerde uitgangen bladeren. Na het
omschakelen met de functietoets F5 ('naar de functies') kunt u door middel van de functietoets F1
('laat details zien') nadere detailinformatie tonen met betrekking tot de uitgangen.
6.3.2
Activering van de uitgangsfunctie in tweegroepen/element-afhankelijkheid
Ter verhoging van de veiligheid tegen foutieve activering kan iedere uitgangsfunctie (bijv. de
uitschakeling van productiemachines) zo worden geparametreerd, dat pas dan wordt geactiveerd,
wanneer er tenminste twee meldergroepen (resp. twee melders) op hetzelfde moment in
alarmtoestand zijn. Het beëindigen van een dergelijke activering wordt gerealiseerd door het
beëindigen van de alarmtoestand van alle in deze twee groepen/elementenafhankelijkheid
voorkomende signaalgroepen.
De brandmeldingstoestand van de centrale wordt reeds met het aanspreken van de eerste melder
bereikt!
Verkorte handleiding Serie BC600 – Deel A
HB600A_nl_kurz.odt / 1231 / AN9161369
ZN6168/50/38
Advertenties
Inhoudsopgave
