Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitzetten Van De Akoestische Alarmen; Beëindigen Van Een Meldergroep-Alarm; Beëindigen Van De Brandmeldingstoestand; Brandmeldingstoestand - Speciaal Geval: Alarmen In Een Tweemelderafhankelijkheid, Vooralarm - LST BC600 Series Verkorte Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Verkorte handleiding Serie BC600 – Deel A
Installatiecomponent (bijv. besturingen) die uitgeschakeld of gestoord zijn, kunnen hun beoogde
taken niet uivoeren.
Alle verdere handelingen vloeien voort uit het resultaat van het bovenstaande punt en worden in dit
handboek niet nader behandeld.
6.2.3

Uitzetten van de akoestische alarmen

U zet het standaard akoestisch alarm door te drukken op de toets 'aan/uit' in het veld
akoestische alarm uit. Afhankelijk van de plaatselijke installatievoorschriften kan bij het
binnenkomen van een volgende alarmmelding of wanneer deze toets nogmaals wordt ingedrukt het
akoestisch alarm opnieuw worden geactiveerd.
De verdere akoestische alarmen stelt u door middel van de menusturing uit.
6.2.4
Beëindigen van een meldergroep-alarm
Het alarm van een meldergroep beëindigt u door de betreffende meldergroep of de aangesproken
melder uit te schakelen (zie vanaf pagina 24 in hoofdstuk 5.4.2: „Meldergroepen tonen en bedienen
– [Groepen]").
6.2.5
Beëindigen van de brandmeldingstoestand
De brandmeldingstoestand is beëindigd wanneer er geen meldergroep meer brandalarm aangeeft.
Voorwaarde hiervoor is dat
De brandkenwaarden die het brandalarm veroorzaken (rook, temperatuur enz.) niet meer
aanwezig zijn en de brandmelders werden teruggezet, of
De betreffende melder resp. de betreffende elementen werden uitgeschakeld.
Nadat u alle in het alarm aanwezige meldergroepen resp. melders hebt teruggezet is de
brandmeldingstoestand beëindigd.
Door te drukken op de toets 'RESET' zet u naast andere meldingen ook alle actieve
brandmeldingen in één keer terug.
Met het gelijktijdig terugzetten van alle aanwezige alarmen en andere meldingen wist u ook alle
vermeldingen in de gebeurtenismenu's en u verliest daardoor de snelle toegang tot informatie
over de actuele gebeurtenissen.
6.2.6
Brandmeldingstoestand – speciaal geval: Alarmen in een tweemelderafhankelijkheid,
vooralarm
Bij buitengewone plaatselijke omstandigheden kunnen er in het kader van de projectering
tweemelderafhankelijkheden voor het brandalarm worden vastgelegd. Wanneer de eerste
melder een tweemelderafhankelijkheidalarm genereert, wordt dit door de centrale als
vooralarm beoordeeld. Dit wordt in het display met de tekst 'vooralarm' evenals met de collectieve
melding 'vooralarm' weergegeven.
Een vooralarm wordt ofwel na korte tijd automatisch gewist (typisch na 5 minuten) of het gaat met
het aanspreken van een tweede melder binnen deze tweemelderafhankelijkheid tijdens de
vooralarmperiode direct over naar de brandmeldingstoestand.
6.2.7

Brandmeldingstoestand bij systeemstoring: noodalarm

Wanneer tijdens een systeemstoring (noodbedrijf) een brandalarm wordt gedetecteerd, dan wordt –
afhankelijk van de oorzaak van de systeemstoring – door de ongestoorde modules van de centrale
geprobeerd om,
Alle doormelders voor brandmeldingen te activeren, een interventietoepassing is niet mogelijk,
Alle akoestische alarmen met uitzondering van die met geparametreerde eigenschap "geen
activering in noodbedrijf" – zonder op koppelingen te letten te activeren,
Alle sturingen – met uitzondering van de met geparametreerde eigenschap "geen activering in
noodbedrijf" – zonder op koppelingen te letten te activeren,
Het signaalveld 'brandalarm' te activeren.
HB600A_nl_kurz.odt / 1231 / AN9161369
ZN6168/50/37
Hoofdstuk 6 • Bedrijfstoestanden
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave