Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Opnemen
6
Opnemen (Basis)
Het is mogelijk de scherpstelling en belichting in te stellen voor het onderwerp dat is opgegeven op het aanraakscherm.
De scherpstelling en belichting blijven het onderwerp volgen wanneer dit beweegt. (Dynamisch volgen)
Verander de functie naar
¬
1
Raak
aan.
A Doelkader
wordt op het scherm afgebeeld.
≥ Het gezichtskader met prioriteit (oranje)
verandert naar het doelkader wanneer de
intelligente automatische functie is ingesteld
op
(Portret), en het gezicht in het kader
wordt gevolgd.
≥ Het beschikbare doelvergrendelingsbereik wordt in een
rood kader afgebeeld als de intelligente automatische
functie is ingesteld op iets anders dan
2
Raak een onderwerp aan en vergrendel het
doel.
≥ Wanneer u het hoofd van het onderwerp aanraakt, wordt
het doelkader vergrendeld rond het hoofd en begint het
volgen.
≥ Als u het onderwerp wilt veranderen, raakt u het nieuwe
onderwerp aan.
≥ Wanneer de intelligente automatische functie is
ingeschakeld, wordt
het aangeraakte onderwerp gevolgd. De selectie wordt
(Portret) wanneer het doelkader is vergrendeld
rond het hoofd van het onderwerp.
3
Begin met opnemen.
≥ Wanneer u [TERUG] aanraakt, wordt het volgen
geannuleerd.

AF-volgen

of
.
(Portret).
(Normaal) ingesteld en wordt
∫ Over het doelkader
≥ Het kader-uit-symbool B wordt afgebeeld wanneer het doel
dicht bij de rand van het kader komt.
≥ Als de doelvergrendeling mislukt, knippert het doelkader rood
en gaat daarna uit. In zo'n geval raakt u het onderwerp
opnieuw aan om het doel te vergrendelen.
≥ Wanneer
tot halverwege wordt ingedrukt, wordt
scherpgesteld op het onderwerp dat vergrendeld is. Het
doelkader wordt groen wanneer het onderwerp is
scherpgesteld, waarna het doel niet kan worden veranderd.
≥ U kunt deze functie niet gebruiken tijdens de handmatige
functie.
≥ Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer de
scènefunctie is ingesteld op de vuurwerkfunctie in de foto-
opnamefunctie.
≥ Het is mogelijk dat een ander onderwerp wordt gevolgd of het
doel niet wordt vergrendeld afhankelijk van de
opnameomstandigheden, zoals de volgende:
j Als het onderwerp te groot of te klein is
j Als de kleur van het onderwerp lijkt op de achtergrond
j Als de zoom wordt gebruikt
j Als de camera beweegt
j Als meer dan één onderwerp overlapt
j Als de scène onvoldoende belicht is
j Als het onderwerp snel beweegt
≥ Wanneer het doel is vergrendeld in de foto-opnamefunctie, kan
het scherm donker worden of kan het AF-hulplicht uitgaan.
≥ Een bericht wordt afgebeeld als een onderwerp halverwege
niet meer kan worden gevolgd. In zo'n geval, raakt u het
onderwerp opnieuw aan.
≥ AF/AE-volgen wordt in de volgende gevallen geannuleerd:
j Als de functie wordt veranderd
j Als het toestel wordt uitgeschakeld
j Als de scènefunctie wordt ingesteld
j Als de intelligente automatische functie wordt in- of
uitgeschakeld
≥ Nadat [Display] is ingesteld op [UIT] en gedurende 3 seconden
geen bediening is uitgevoerd, gaat het bedieningspictogram
uit. Raak het scherm aan om het pictogram weer af te beelden.
Als AF-volgen wordt gebruikt, wordt het pictogram niet
afgebeeld.
61
VQT1Z17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hdc-tm300Hdc-hs300

Inhoudsopgave