Vega VEGAPULS 61 Handleiding pagina 24
Verberg thumbnails
Zie ook voor VEGAPULS 61:
- Handleiding (100 pagina's) ,
- Beknopte handleiding (24 pagina's) ,
- Producthandleiding (24 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
4 Montage
Flowmeting bij recht-
hoekige overstort
24
Een stoorsignaalonderdrukking bij ingebouwde sensor verdient
l
aanbeveling, is echter niet dwingend noodzakelijk.
De meting door een kogelkraan met volledige doorlaat is mogelijk
l
Constructieve eisen aan de bypass:
Materiaal metaal, pijp intern glad
l
Bij extreem ruwe binnenkant van de pijp een ingeschoven buis
l
(buis in buis) of een radarsensor met pijpantenne gebruiken.
Flenzen zijn overeenkomstig de uitlijning van het polarisatievlak op
l
de pijp gelast.
Spleetgrootte bij overgangen ≤ 0,1 mm, bijv. bij gebruik van een
l
kogelkraan of tussenflenzen bij losse pijpstukken.
De antennediameter van de sensor moet zo mogelijk over-
l
eenkomen met de binnendiameter van de pijp.
Diameter moet constant zijn over de gehele lengte
l
De korte voorbeelden geven inleidende instructies voor de flowmeting.
Gedetailleerde ontwerpspecificaties vindt u bij de leveranciers van
goten en in de vakliteratuur.
3 ... 4 h
max
90°
2
Fig. 18: Flowmeting met rechthoekige overstort: d
sensor (zie hoofdstuk "Technische gegevens"); h
hoekige overstortschot
1
Overstortgoten (zijaanzicht)
Bovenstroom
2
Benedenstrooms
3
Overstortgoot (aanzicht vanaf benedenstrooms)
4
In principe moet op het volgende worden gelet:
Inbouw sensor bovenstrooms
l
Inbouw midden boven de goot en loodrecht op het vloeistofop-
l
pervlak
Afstand tot de overstort
l
Afstand overstortopening boven de bodem
l
Min. afstand overstortopening tot laagwater
l
Min. afstand sensor t.o.v. max. opstuwhoogte
l
VEGAPULS 61 • Toelating conform LPR-radiorichtlijn
1
90°
≥ 50 mm
3
= minimale afstand van de
min.
= max. vulhoogte recht-
max.
4
Advertenties
Inhoudsopgave
