Accessoires installeren
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ? staat, kunt u
andere printerstuurprogramma's voor de geselecteerde printer
selecteren.
5
Selecteer Apparaatopties.
Het venster Eigenschappen kan variëren afhankelijk van het
stuurprogramma of besturingssysteem dat u gebruikt.
Selecteer de juiste optie.
6
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•
Ladeopties: Selecteer de optionele lade die u heeft
geïnstalleerd. U kunt de lade selecteren.
•
Opslagopties: Selecteer het optionele geheugen dat u heeft
geïnstalleerd. Als deze mogelijkheid aangevinkt is, kunt u de
Afdrukmodus selecteren.
•
Printerconfiguratie: Selecteer de printertaal voor de
afdrukopdracht.
•
Beheerderinstellingen: U kunt de Printerstatus en EMF-
spooling selecteren.
•
Taakaccountbeheer: Hiermee kunt u de gebruiker koppelen
aan de accountidentificatie-informatie bij elk document dat u
afdrukt.
-
Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak
starten.
-
Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak
starten.
Als u het wachtwoord voor taakaccountbeheer wilt coderen, vinkt u
Wachtwoordcodering taakaccountbeheer aan.
•
Aang. papierform. inst.: U kunt een aangepast papierformaat
opgeven.
Klik op OK totdat u het venster Eigenschappen of Eigenschappen
7
van printer verlaat.
78
3. Onderhoud