Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
• Als u op het apparaat een draadloos netwerk wilt gebruiken,
controleert u de optielijsten en neemt u contact op met uw verkoper
om de optie te bestellen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina
67). Wanneer u een Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) koopt,
installeert u de kit door de stappen te volgen in de meegeleverde
gids van de Wireless-kit (draadloze LAN-optie). Na het installeren
van de Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie), stelt u het apparaat
in om de functie te kunnen gebruiken.
• Controleer of uw apparaat een draadloos netwerk ondersteunt.
Afhankelijk van het model is een draadloos netwerk mogelijk niet
beschikbaar (zie "Functies per model" op pagina 8).
12
Naam van draadloos netwerk en
netwerkwachtwoord
Draadloze netwerken vereisen een hoger beveiligingsniveau. Als u voor het
eerst een toegangspunt installeert, worden een netwerknaam (SSID), het
type beveiliging en een netwerkwachtwoord voor het netwerk gegenereerd.
Vraag uw netwerkbeheerder om deze informatie voordat u verder gaat met
de installatie van het apparaat.
13
Methoden voor het instellen van een draadloos
netwerk
U kunt de instellingen van uw draadloze netwerk configureren vanaf het
apparaat of de computer. Kies de instellingsmethode uit de onderstaande
tabel.
• Sommige installatiemethoden voor het draadloze netwerk zijn
mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of land.
• Raadpleeg het probleemoplossingshoofdstuk (zie "Problemen met
draadloze netwerken oplossen" op pagina 180), wanneer er zich
problemen voordoen tijdens de instelling van het draadloze netwerk
of de installatie van het stuurprogramma.
• Het wordt ten strengste aangeraden dat u het wachtwoord instelt op
Access Points (Toegangspunten). Als u het wachtwoord niet instelt
op Acces Points (Toegangspunten) kunnen onbekende apparaten,
waaronder pc's, smartphones en printers, mogelijk illegaal toegang
krijgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding Acces Points
(Toegangspunten) voor de wachtwoordinstellingen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
165