Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Type verbinding
Met toegangspunt
Zonder
Wi-Fi Direct
toegangspunt
gebruiken
14
Instellen via het scherm/aanraakscherm
Voor u begint moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloos netwerk
kennen, evenals de netwerksleutel als deze is gecodeerd. Deze gegevens
zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router) werd
geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd bent
met de draadloze omgeving waarin u werkt.
Beschrijving & Gebruiksaanwijzing
• Zie "Instellen via het scherm/
aanraakscherm" op pagina 166.
• Zie "Instellen via USB-kabel
(aanbevolen)" op pagina 170 als u
Windows gebruikt.
• Zie "Instellen via USB-kabel
(aanbevolen)" op pagina 173 als u
Mac gebruikt.
• Zie "Een netwerkkabel gebruiken" op
pagina 175.
Zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen
instellen" op pagina 178.
Verbinding maken met een netwerk
Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u een
apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing te
kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over het
netwerk" op pagina 152).
1
Selecteer Menu(
) > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi-instellingen op
het bedieningspaneel.
OF
Druk op het model met aanraakscherm op
Netwerk > Volg. > Wi-Fi > Wi-Fi-instellingen.
2
Selecteer de gewenste installatiemethode.
•
Lijst doorz. (aangeraden): Het apparaat geeft een lijst met
beschikbare netwerken. Nadat een netwerk is geselecteerd,
vraagt de printer naar de bijbehorende beveiligingscode.
•
Aangepast: In deze modus kunnen gebruikers hun eigen SSID
handmatig invoeren of wijzigen, of de details van de
beveiligingsoptie kiezen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
(Instelling) >
166