installatie, ontbreken, en onbevoegde wijzigingen:
Elektrische onderdelen, bedrading, en elektrische bedrading.
1)
Hydraulische slangen, bevestigingen, cilinders, en spruitstukken;
2)
Aandrijfmotor/motor;
3)
Slijtagepads.
4)
Banden en wielen.
5)
Eindschakelaars en claxon.
6)
Alarm en indicator (indien ermee uitgerust).
7)
Moeren, bouten en andere bevestigingsmiddelen.
8)
Remloskoppeleenheid
9)
5.1.3 Gevaren bijonderhoud
Schakel alle stroom naar de bediening uit en zorg ervoor dat alle bewegende onderdelen niet per
a)
ongeluk kunnen bewegen voordat er wijzigingen of reparaties worden uitgevoerd.
Werk nooit onder een zwevend platform en wacht totdat het helemaal naar beneden is gekomen om
b)
te worden ingetrokken of ondersteun het en beperk de bewegingen ervan met de juiste
veiligheidsmiddelen, blokkeringen of steunbalken.
Probeer NIET zelf hydraulische gaten of bevestigingen te repareren of vast te draaien terwijl de
c)
machine is ingeschakeld of als het hydraulische systeem onder druk staat.
Laat altijd de hydraulische druk van alle hydraulische circuits ontsnappen voordat er hydraulische
d)
onderdelen worden losgemaakt of worden verwijderd.
Gebruik NIET uw handen om te controleren op lekkages. Gebruik een stuk bordkarton om naar
e)
lekken te zoeken. Draag handschoenen om uw handen te beschermen tegen vloeistoffen.
5.1.4 Persoonlijke gevaren
Gebruik de machine niet als er hydraulische olie of lucht lekt. Een lekkage met lucht of olie kan
doordringen en/of brandwonden veroorzaken. Onderdelen van het hydraulische systeem kunnen tijdens
het werken of in de periode daarna hoge oppervlaktetemperaturen genereren, en verkeerd contact kan
brandwonden veroorzaken. Het reviseren of aanpassen van onderdelen van het hydraulische systeem
kan ernstig letsel veroorzaken. Alleen getraind personeel mag het hydraulische personeel repareren of
5-2
Gebruiksaanwijzing