vermeld heeft geleerd en geoefend.
Voorkom gevaarlijke situaties.
a)
Voor altijd een inspectie vóór de werkzaamheden uit.
b)
Voer vóór gebruik een functioneringstest uit.
c)
Ken en begrijp de pre-inspectie voordat u de volgende sectie gaat lezen.
Inspecteer de werkplek.
d)
Gebruik de machine alleen waarvoor deze is bedoeld.
e)
3.2.2 Schakel de voedingsschakelaar in
Trek de rode hoofdschakelaar eruit in de AAN-stand naast de kast van de accu.
3.2.3 Het testen van de grondbediening
Kies een testterrein dat stevig, horizontaal en vrij van obstakels is.
1)
Zet de rode noodstopknoppen op de grond- en platformbediening in de AAN-stand.
2)
Draai richting de grondbediening.
3)
Resultaat: Het LCD-scherm gaa branden en de melding SYSTEM READY verschijnt.
Opmerking: Het LCD-scherm moet worden voorverwarmt in koude omstandigheden.
Start de motor. Raadpleeg Bedieningsinstructies.
4)
De noodstop testen.
a)
Druk de rode noodstopknop op de grondbediening in de UIT-stand;
1)
Resultaat: de motor gaat uit. Er dient geen enkele functie te functioneren.
Zet de rode noodstopknop in de AAN-stand, en start de motor weer..
2)
Test de functies omhoog/omlaag.
b)
Deze machine gebruikt knipperlichten en zoemers als waarschuwing.
Alarm afdalen: het knipperlicht brandt 60 keer per minuut. Het alarm voor afdalen gaat 60 keer af
per minuut.
Alarm afdalen vertraagd: het knipperlicht brandt 120 keer per minuut. Het alarm voor afdalen gaat
120 keer af per minuut.
Als de machine niet horizontaal staat: het knipperlicht brandt 120 keer per minuut. Het alarm voor
3-4
Gebruiksaanwijzing