4.2.2 Noodstop
Druk de rode noodstopknop in de stand Uit op de elektronische bediening of De platformbediening
a)
om alle functies te stoppen en de motor uit te schakelen.
Herstel elke functie die actief is als de voedingsschakelaar en noodstopknop worden ingedrukt.
b)
4.2.3 Motor starten
Draai het contactslot op de grondbedienig in de juiste stand.
a)
Zet de rode noodstopknoppen op de grond- en platformbediening in de AAN-stand.
b)
Dieseltype
Druk op de knop voor het starten van de motor.
c)
Opmerking: Verwarm de motor 5 á 10 seconden voor voordat de motor wordt gestart bij
temperaturen van 10°C/50°F of lager.
De eerste startperiode dient korter dan 5 á 10 seconden te duren (de onafgebroken draaitijd van het
starten van de motor dient niet langer dan 15 seconden te duren). Als er opnieuw moet worden
gestart, dan dient de interval langer dan 1 minuut te zijn. Achterhaal de oorzaak als de motor na
drie keer proberen nog niet start. Wacht 60 seconden voordat u het nog een keer probeert.
De motor moet 5 minuten stationair draaien voordat er wordt gewerkt bij lage temperaturen van
-18°C/-0.4°F of lager. Smeer de machine voldoende om schade aan het hydraulische systeem te
voorkomen.
De machine dient uitgerust te zijn met een kit voor lage temperaturen als er wordt gewerkt bij de
zeer lage temperaturen van -18°C/0.4°F of lager; er kan een accu nodig zijn in dergelijke situaties.
4.2.4 Bediening vanaf de grond
Draai het contactslot richting de grondbediening.
a)
Zet de rode noodstopknoppen op de grond- en platformbediening in de AAN-stand.
b)
Start de motor.
c)
De positie van het platform verstellen.
Houd de hijsknop ingedrukt.
d)
Schakel de functie voor het stijgen/dalen van het platform in.
e)
De rij- en stuurfuncties zullen niet beschikbaar zijn vanuit de grondbediening.
4-2
Gebruiksaanwijzing