Het apparaat op een netwerk aansluiten
Het product ondersteunt verbindingen met bekabelde of draadloze netwerken.
Ondersteunde netwerkprotocollen
Het product ondersteunt de volgende netwerkprotocollen:
AirPrint 1.6 x
●
AirPrint Scan
●
ARP Ping
●
Bonjour
●
Bootp
●
CIFS client
●
DHCP, AutoIP
●
DHCP v6
●
HTTP, HTTPS
●
IPP
●
IPv4
●
IPv6
●
Verouderd standaard-IP
●
Het product verbinden met een bekabeld netwerk
Met deze procedure installeert u het apparaat op een vast netwerk:
1.
Sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-poort (1) en op het netwerk.
2.
Schakel het product in.
3.
Wacht 60 seconden voordat u verdergaat. In deze tijd herkent het netwerk het product en wijst het een
IP-adres of hostnaam toe aan het product.
4.
Open het dashboard van het bedieningspaneel (veeg het dashboard tabblad bovenaan het scherm naar
beneden of druk op de strook aan de bovenkant van het startscherm).
5.
Raak op het dashboard van het bedieningspaneel
Gegevens afdr.
12
Hoofdstuk 2 Het apparaat aansluiten
aan om een pagina met het IP-adres af te drukken.
LLMNR
●
LPD
●
Microsoft webdiensten (afdrukken, scannen, detecteren)
●
Netbios
●
Afdrukken via poort 9100
●
SLP
●
SMTP-client voor meldingen
●
SNMP V1, V2, V3
●
Syslog
●
TLS 1.0, 1.1, 1.2
●
WINS
●
WPA enterprise
●
(Ethernet) aan om het IP-adres weer te geven. Raak
NLWW