Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Buitensensor/Kanaalinstelling; Ventilatie-Evaluatie; Comfortweergave - Auriol 4-LD5370 Gebruiksaanwijzing En Veiligheidsinstructies

Met ventilatieadvies
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Buitensensor/kanaalinstelling

Met het radioweerstation kunnen maximaal drie buitensensoren tegelijkertijd gebruikt
worden.
! Let op:
Plaats eerst de batterijen in het batterijvakje van de buitensensor 36 en dan
pas in het batterijvakje van het radioweersstation 23.
Open het batterijvakje van de buitensensor 36 en stel met de kanaalkeuzeschakelaar
het gewenste kanaal (1-3) in. Houd de CH-
seconden ingedrukt tot de radiogolven
radioweerstation ontvangt het signaal van de buitensensor. U kunt op TX-toets 33
drukken om de gemeten buitentemperatuur en buitenluchtvochtigheid handmatig van de
buitensensor naar het radioweerstation over te dragen. Met de °C/°F-toets 32 kunt u
kiezen tussen °C-Celsius en °F-Fahrenheit. Sluit het batterijvakje.
! Let op: De buitensensor dient zich op een afstand van maximaal 50
m van het radioweerstation te bevinden. In die kring van 50 m mogen
zich geen obstakels en hindernissen bevinden.
Als u meerdere buitensensoren gebruikt: Druk in de weergave van de normale tijd van
het radioweerstation de CH-
-toets 16 kort in om tussen de buitensensoren te
schakelen. Het rotatiesymbool
links naast de weergave van de kanaal-buitensensor
12 in het display geeft aan dat automatisch tussen de verschillende buitensensoren
geschakeld wordt.
Alleen de buitensensoren die contact maken worden weergegeven. Houd de CH-
toets 16 ingedrukt; het radioweerstation ontvangt de temperatuur en luchtvochtigheid
van de buitensensoren, de radiogolven
toevoegt, zal het radioweerstation deze automatisch vinden. Maar u kunt ook door op
TX-toets 33 van de buitensensor te drukken het signaal handmatig overdragen.

Ventilatie-evaluatie

Op basis van de temperatuur- en luchtvochtigheidswaarden in binnen- en
buitenruimtes evalueert het weerstation hoe de luchtvochtigheidswaarden in de
binnenruimte veranderen als de ruimte geventileerd wordt.
luchtvochtigheid stijgt met 5 % of meer
luchtvochtigheid blijft gelijk
luchtvochtigheid daalt met 5 % of meer

Comfortweergave

De comfortweergave
is gebaseerd op de luchtvochtigheid in de binnenruimte. In elk
20
geval wordt de status 'comfort' alleen weergegeven, als zowel de luchtvochtigheid als
ook de temperatuur binnen de comfortzone valt (45 % - 65 % en 20 - 25 °C).
TOO WET
WET
te nat
nat
85 % - 95 %
66 % - 84 %
-toets 16 bij het weerstation gedurende 3
12 van de buitensensor knipperen. Het
12 knipperen. Als u nog een buitensensor
COMFORT
DRY
comfortabel
droog
45 % - 65 %
31 % - 44 %
20 % - 30 %
- 32 -
35
-
TOO DRY
te droog

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

340312 1910

Inhoudsopgave