Problemen, oorzaak en remedie
Probleem
De motor start niet met het
contactsleuteltje.
De accu is leeg.
Het hydraulische systeem raakt oververhit.
De remmen werken niet goed.
Het stuursysteem werkt niet correct.
De machine gaat niet vooruit of achteruit.
Mogelijke oorzaak
1. De interlockschakelaar transmissie in
vrijstand is niet geactiveerd.
2. De interlockschakelaar van de
parkeerrem is niet geactiveerd.
3. De interlockschakelaar van de
maaiaandrijving is niet geactiveerd.
4. Er is een slecht elektrisch contact.
1. De accuklem is los of verroest.
2. De riem van de wisselstroomdynamo
zit los of is versleten.
3. De accu is niet opgeladen.
4. Er is een kortsluiting in het elektrische
systeem.
1. De radiateur zit verstopt met vuil.
2. De ribben van de oliekoeler zijn
verstopt.
3. De koelribben van de motorradiateur
zijn verstopt.
4. De ontlastklep is te laag ingesteld.
5. De hydraulische vloeistof staat te laag.
6. De remmen zijn ingeschakeld.
7. De ventilator of de aandrijving van de
ventilator is beschadigd.
1. De rem van de wielmotor is defect.
2. De remschijven zijn versleten.
1. De stuurklep is beschadigd.
2. De hydraulische cilinder is beschadigd.
3. De stuurslang is beschadigd.
1. De parkeerrem is in werking gesteld.
2. Het peil van de hydraulische vloeistof
is te laag.
3. U hebt de verkeerde hydraulische
vloeistof gebruikt.
4. Het overbrengingsmechanisme van
het rijpedaal is beschadigd.
5. De transmissiepomp is beschadigd.
6. De ontlastklep van de transmissie
staat open.
7. De aandrijfkoppeling is defect.
8. Het transmissiefilter zit verstopt.
49
Remedie
1. Neem uw voet van de pedalen
vooruit/achteruit of controleer de
afstelling van de interlockschakelaar
'transmissie in vrijstand'.
2. Zet de parkeerremhendel in de
stand.
INGESCHAKELDE
3. De instelling van de interlockschake-
laar van de parkeerrem controleren.
4. Het defect opsporen en verhelpen.
1. Klemmen reinigen en vastzetten. Accu
opladen.
2. Stel de spanning af of vervang de
drijfriem.
3. De accu laden of controleren en
vervangen.
4. Zoek de kortsluiting in het systeem en
los het probleem op.
1. Reinig het scherm.
2. Reinig de ribben.
3. Reinig de koelribben.
4. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
5. Vul het reservoir tot het vereiste peil.
6. Schakel de remmen uit.
7. De werking van de ventilator
controleren en onderhoud plegen
indien vereist.
1. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
2. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
1. Stuurklep onderhoudsbeurt geven of
vervangen.
2. Hydraulische cilinder onderhoudsbeurt
geven of vervangen.
3. Vervang de beschadigde slang.
1. Zet de parkeerrem vrij.
2. Vul het reservoir tot het vereiste peil.
3. Laat het reservoir leeglopen en vul met
de juiste vloeistof.
4. Het overbrengingsmechanisme
controleren en beschadigde
onderdelen vervangen.
5. De transmissiepomp laten reviseren
door uw erkende dealer.
6. Sluit de ontlastklep.
7. Aandrijfkoppeling vervangen.
8. Transmissiefilter vervangen.