Tractiepedalen
Trap het voorwaartse tractiepedaal in om vooruit te
rijden. De rijsnelheid hangt af van hoever het pedaal
wordt ingetrapt. Voor de maximale rijsnelheid trapt u
het pedaal volledig in met de gashendel in de stand
S
.
NEL
Trap het achterwaartse tractiepedaal in om achteruit
te rijden. Om de machine te stoppen, laat u het
tractiepedaal opkomen en laat u het pedaal terugkeren
in de neutraalstand.
1. Achterwaarts
tractiepedaal
Aandrijfschakelaar maaidek
Stel de schakelaar voor de maaiaandrijving altijd in op
U
als u van het ene werkgebied naar het andere rijdt.
IT
Verstelbare stuurkolom
WAARSCHUWING
De bestuurder kan de controle over
de machine verliezen en zo letsels of
materiële schade veroorzaken als het
verstelmechanisme van de stuurkolom niet
naar behoren werkt.
Alvorens de maaimachine in gebruik te
nemen, moet u eerst controleren of het
verstelmechanisme van de stuurkolom
goed functioneert en het stuurwiel stevig is
vergrendeld.
Verstel het stuurwiel en de stuurkolom alleen wanneer
de maaier stilstaat met de parkeerrem ingeschakeld.
1
2
Figuur 8
2. Voorwaarts tractiepedaal
1. Om het stuurwiel te kantelen, drukt u het pedaal
in.
2. Breng de stuurkolom in de meest comfortabele
positie en laat het pedaal los
Bestuurdersstoel
WAARSCHUWING
De stoel mag uitsluitend worden versteld als
de maaimachine stilstaat en de parkeerrem
is ingeschakeld.
Lengte-instelling: Met de stoelverstelhendel kunt
g014420
u de stoel naar voren en naar achteren schuiven
g014420
(Figuur
10).
Instellen gewicht bestuurder: Draai de hendel
rechtsom om de vering strakker in te stellen en
linksom om de vering minder strak in te stellen
10).
10
(Figuur
9).
G014549
Figuur 9
g014549
(Figuur