indrukken en de helling langzaam achterwaarts in
een rechte lijn afrijden.
•
Draaien als u een helling op- of afrijdt, kan
gevaarlijk zijn. Als u absoluut moet draaien op
een helling, dient u dit langzaam en voorzichtig
te doen. Vermijd rijden/draaien in bochten die
slechte ophogingen hebben.
•
Een zware lading heeft invloed op de stabiliteit
van het voertuig op een helling. Verklein de lading
en neem gas terug als u op een helling rijdt of als
de lading een hoog zwaartepunt heeft. Maak de
lading vast aan de laadbak van de machine om
te voorkomen dat de lading gaat schuiven. Wees
extra voorzichtig als u ladingen transporteert die
gemakkelijk schuiven (vloeistoffen, stenen, zand,
enz.).
•
Zorg dat u de machine niet moet starten en
stoppen op een helling. Stoppen tijdens de
afdaling van een helling kost meer tijd dan
op vlak terrein. Als u de machine tot stilstand
moet brengen, mag u de snelheid niet te abrupt
verminderen; anders kan de machine omslaan of
gaan rollen. Trap niet te abrupt op het rempedaal
als u achterwaarts rolt, omdat de machine dan
kan omslaan.
•
Wanneer u de machine gebruikt op steile hellingen,
moet u de op de aangewezen rijpaden blijven, die
gemarkeerd moeten zijn met een waarschuwing
voor een steile helling.
•
Als u de machine gebruikt met een te hoge
snelheid van een helling af, heeft dit een
negatieve invloed op de stabiliteit van de machine.
Identificeer gevaarlijke hellingen met een
waarschuwing op plaatsen die voorafgaan aan het
begin van de helling. Wees voorzichtig wanneer u
een helling nadert, vooral wanneer u de machine
heuvelafwaarts draait of de helling meer dan 10%
(6 graden) bedraagt op een onverhard oppervlak
of 20% (11 graden) op een verhard oppervlak.
Vermijd parkeren op steile hellingen.
Veiligheid bij het laden
•
Overschrijd het maximale toelaatbare gewicht van
de machine niet als u een lading transporteert in
de laadbak; zie
Specificaties (bladz.
•
Verdeel de lading gelijkmatig in de laadbak om
de stabiliteit en uw controle over de machine te
verbeteren.
Motor starten
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, steek het
sleuteltje in de contactschakelaar en draai dit
naar rechts op A
U kunt de machine op 2 manieren starten:
15).
of S
.
AN
TART
•
Pedaalstart – draai de contactschakelaar
naar de stand A
neem uw voet van het gaspedaal.
Opmerking:
als u uw voet van het gaspedaal neemt.
•
Sleutelstart – draai de contactschakelaar
naar de stand S
ingeschakeld totdat u het sleuteltje in de
U
-stand zet.
IT
Opmerking:
kunt u de parkeerrem inschakelen en en de
machine verlaten om werkzaamheden uit te
voeren terwijl de motor nog loopt zolang de accu
niet leeg is.
Opmerking:
stand S
draait, zal de motor draaien tot deze
TART
aanslaat. Als de motor meer dan 10 seconden
draait, maar niet aanslaat, ga dan terug naar
de U
-stand en ga na wat het probleem is (bv.
IT
controleer of het luchtfilter verstopt is, of de
brandstoftank vol is, of de bougie niet werkt,
enz. ) alvorens de machine opnieuw te starten.
2.
Zet de schakelhendel van de machine in de
gewenste rijrichting.
3.
Trap langzaam het gaspedaal in.
De machine stoppen
Belangrijk:
Als u de machine op een helling laat
stoppen, moet u de bedrijfsremmen intrappen en
de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen
dat de machine van zijn plaats rolt. Als u het
gaspedaal gebruikt om de machine op de helling
tot stilstand te brengen, kan de machine schade
oplopen.
1.
Haal uw voet van het gaspedaal.
2.
Druk het rempedaal langzaam in om met de
bedrijfsremmen de machine volledig tot stilstand
te brengen.
Opmerking:
kan variëren, afhankelijk van de lading en de
snelheid van de machine.
De machine parkeren
1.
Stop de machine met de bedrijfsremmen door
het rempedaal ingedrukt te houden.
2.
Stel de parkeerrem in werking door het
parkeerrempedaal in te trappen.
3.
Draai het contactsleuteltje linksom naar de
stand U
.
IT
4.
Verwijder het sleuteltje.
21
, druk het gaspedaal in en
AN
De motor wordt uitgeschakeld
; de motor blijft
TART
Wanneer u sleutelstart gebruikt,
Als u het contactsleuteltje naar de
De lengte van de remweg