installatie
ingeBRuiknaMe
11.4
Bekledingsdelen monteren
»
Plaats de afdekking op het toestel en zet ze vast met 2
schroeven.
»
Haak de zijwanden, de voorste en de achterste deur in de haken
op het basistoestel. Daarna zet u ze elk vast met één schroef.
»
Kleef het bijgeleverde typeplaatje goed zichtbaar boven en
vooraan op de rechter of linker zijwand van het toestel.
Montage van de bekleding (voorbeeld buitenopstelling)
2
1
6
1
Zijwand
2
Afdekking (verschillend voor binnen-/buitenopstelling)
3
Voordeur
4
Zijwand
5
Basistoestel
6
Achterdeur
7
Typeplaatje
De zijwanden links/rechts zijn identiek.
12.
Ingebruikname
Om het toestel te kunnen gebruiken, is de warmtepompmanager
WPM II vereist. Hiermee worden alle vereiste instellingen voor en
tijdens de werking uitgevoerd.
Alle instellingen in de ingebruiknamelijst van de
warmtepompmanager, de ingebruikname van het toestel en de
opleiding van de exploitant moeten worden uitgevoerd door een
vakman.
De ingebruikname moet overeenkomstig deze installatiehandleiding
en de bedienings- en installatiehandleiding van de
warmtepompmanager gebeuren. Voor de ingebruikname kunt u
een beroep doen op onze klantendienst (tegen betaling).
Als u dit toestel commercieel gebruikt, dient u voor de
ingebruikname eventueel rekening te houden met de voorschriften
van de bedrijfszekerheidsverordening. Meer informatie hieromtrent
vindt u bij de bevoegde bewakingsinstantie (bijv. TÜV).
Na de ingebruikname moet u het ingebruiknameprotocol in deze
handleiding invullen.
www.stiebel-eltron.com
3
5
7
4
12.1
Controle voor de ingebruikname
Controleer de hierna vermelde punten voor de ingebruikname.
12.1.1
Verwarmingsinstallatie
—
Heeft u de verwarmingsinstallatie met de correcte druk gevuld
en de snelontluchter geopend?
12.1.2
temperatuursensor
—
Heeft u de buitensensor en de retoursensor (in combinatie met
bufferreservoir) juist aangesloten en geplaatst?
12.1.3
netaansluiting
—
Heeft u de netaansluiting vakkundig uitgevoerd?
12.1.4
Schuifschakelaar (WP-type) op de IWS
Controle van de instellingen op de IWS
BA
4
1
Lichtdiodes
2
Resetknop
3
Schuifschakelaar (WP-type)
4
Schuifschakelaar (BA)
Met de schuifschakelaar (WP-type) selecteert u de verschillende
warmtepomptypes. De schuifschakelaar werd in de fabriek op 1
gezet overeenkomstig het warmtepomptype voor dit toestel.
1 = Enkele compressor met interne 2de WE (DHC)
Als het toestel bivalent met een externe tweede warmtegenerator
of als module met een bijkomende WPL wordt gebruikt, moet de
schuifschakelaar op stand 9 worden gezet.
9 = Enkele compressor met externe 2de WE
De interne 2de WE (DHC) mag u in dit geval niet aansluiten.
1)
BA
2
3
WPl cool|
15