Zorg voor een efficiënte aardverbinding.
De unit wordt geleverd met een elektrische schakelkast voor de aansluitingen. Deze wordt op het
externe deel van de unit geplaatst. Het bevat een hoofdstroominvoerschakelaar en een domino
voor de verbinding van de afstandsbedieningsmodule. De unit wordt ook geleverd met een
afstandsbedieningsmodule die in het gebouw moet worden geïnstalleerd.
Gebruik voor de aansluiting op de voeding een meerpolige kabel + T (aarde) volgens de geldende
richtlijnen.
Comfortlijn: gebruik voor de aansluiting op het afstandsbedieningsapparaat een afgeschermde
datakabel van het type 20 AWG - 5 polen met een minimumgedeelte van 0,50 mm² - Maximale
lengte van 25 meter.
Basislijn: gebruik voor de aansluiting op het afstandsbedieningsapparaat multipolaire kabels volgens
de geldende richtlijnen. Voer de aansluitingen uit zoals aangegeven in het bedradingsschema in deze
handleiding of in de ingebouwde schakelkast.
Het is absoluut noodzakelijk om de polariteit van de elektrische fasen en de nummers op de draden /
aansluitingen te behouden.
3.5 Aansluiting op de watertoevoer
De ColdStream-koelunit is aangesloten op de watertoevoer met een 3/8" hulsbevestiging aan de
onderkant van het toestel. Het is raadzaam om een waterkraan aan de waterinlaat te plaatsen om
het toestel vóór de winter droog te laten lopen.
Plaats een zandfilter in de watervoorzieningsinstallatie.
De waterleidingen moeten een minimumcapaciteit van 5-10 Lt / minuut bij een druk van 1,5 - 3 bar
garanderen (maximale toegestane druk: 6 bar).
Het is raadzaam om de waterleidingen in het gebouw te installeren om ze te beschermen tegen
bevriezing tijdens de winter. Desnoods, isoleer ze voldoende.
Het is raadzaam om drinkwater te gebruiken, met een hardheid van maximaal 27°F en niet minder
dan 7°F. Als de hardheid meer dan 30°F is, plaatst u een waterontharder in de waterleidinginstallatie.
Gebruik geen gedemineraliseerd water.
Ga verder met het aansluiten van de 3/8"-aansluiting op de
hoofdwatertoevoer.
Gebruik GEEN overmatige kracht op de huls tijdens de aansluiting op
de watertoevoer.
De unit is tevens voorzien van een Ø60 mm huls om water af te
voeren.
Sluit de meegeleverde flexibele slang (op aanvraag voor de basislijn)
aan volgens de situatie op de installatieplaats, zoals verderop vermeld.
Bevestig de slang met behulp van een slangklem.
Eerste situatie: Als er een afvoersysteem aanwezig is sluit u de slang
aan op de afvoer volgens de geldende regelgeving met betrekking tot
de hygiëne in het land waar het apparaat is geïnstalleerd.
2e situatie: Als er geen afvoersysteem aanwezig is plaatst u de slang op
de beste manier om eventuele bochten te voorkomen.
Gebruik bij het aansluiten van de afvoerslang GEEN overmatige kracht
op de huls en zorg ervoor dat de huls niet draait.
NL
69