3.2.2 ColdStream TC adiabatische koeling
3.3 Notities
In het gebouw, bereid de ankerpunten voor op de steunkettingen van het luchtinlaatkanaal. Deze
moeten in de juiste positie worden geplaatst om overmatige belasting van het luchtinlaatkanaal te
voorkomen en ervoor te zorgen dat ze zich op dezelfde as bevinden als de machine.
Om de unit te verankeren aan het plafond of aan de muur, gebruikt u kettingen en accessoires met
de nodige testcertificaten, gemaakt van verzinkt staal of roestvrij staal en met een draaddiameter
van niet minder dan 3 mm of gedimensioneerd om het gewicht te dragen. Houd rekening met de
veiligheidsmarges die door de regelgeving worden opgelegd.
Gebruik geen aluminiumlegering of vergelijkbare componenten.
!
De kanalen moeten worden gedimensioneerd volgens de classificatie van het systeem en de
kenmerken van de ventilator. Onjuiste berekening van de afmetingen van de kanalen kan leiden tot
!
een daling of een toename van de output, waardoor sommige veiligheidsvoorzieningen in het systeem
worden geactiveerd.
3.4 Aansluiting op de voeding
Elke unit moet op de voeding worden aangesloten met behulp van een omnipolaire schakelaar. De
isolator moet een afstand van ten minste 3 mm hebben tussen zijn contacten voor elke paal en moet
in een positie worden geplaatst die gemakkelijk door de gebruiker kan worden bereikt. De elektrische
installatie moet worden gebouwd volgens de voorschriften die van kracht zijn in het land waar de
machine is geïnstalleerd.
De aansluiting op de voeding MOET door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
!
Alle componenten die worden gebruikt om de voeding aan te sluiten, moeten gecertificeerd zijn.
Voordat u aan de voedingskabels gaat werken, moet u controleren of de voeding is uitgeschakeld.
68
Bereid en bevestig een luchtinlaatflenskanaal en een frame om
het toestel vast te houden. De flens moet dezelfde afmeting
hebben als de kanaalflens van de unit.
De unit is uitgerust met een kokerbak met flensbuis, die aan de
flens van het voorbereide inlaatkanaal wordt bevestigd en met
twee zijgordels aan het voorbereide frame wordt bevestigd.
Controleer of het frame is ontworpen om het gewicht van
de unit goed te ondersteunen, geen trillingen veroorzaakt
en waterpas horizontaal is. Indien het nodig is om anti-
trillingsdempers te intalleren, moet dit alvorens het fabriceren
van het frame gepland worden. Overweeg flexibele koppelingen
in de waterverbindingen te plaatsen.
Plaats de ColdStream op het inlaatkanaal.
Plaats de units in de inlaatkanaal en fixeer de twee flenzen
(basiskanaalflens-inlaatkanaalflens) samen met behulp van
meegeleverde bouten.
Wij raden aan om een flexibele verbinding tussen de twee
flenzen aan te brengen om te vermijden dat door de buizen
trillingen worden overgebracht.
Wij raden aan om siliconenkit tussen flenzen aan te brengen
om een perfecte isolatie tegen invloeden van buitenaf te
garanderen.