Meerdere handsets gebruiken
Zodra u de handset uitschakelt, wordt de
functie Ruimtebewaking uitgeschakeld. U
moet de functie opnieuw inschakelen als
u de handset weer inschakelt.
Let op
– Controleer bij het inschakelen altijd of
de functie goed werkt. Test bijvoorbeeld
de gevoeligheid. Controleer of er een
verbinding tot stand wordt gebracht als
u voor de functie Ruimtebewaking een
extern nummer gebruikt.
– Als u deze functie inschakelt, neemt de
gebruiksduur van uw handset aanzienlijk
af. Plaats de handset in de lader om te voor-
komen dat het accupack leeg raakt.
– De optimale afstand tussen de handset en
de geluidsbron is 1 tot 2 meter. De micro-
foon moet op de geluidsbron zijn gericht.
– Het toestel waarnaar een ruimtebewa-
kingsoproep wordt doorgeschakeld, mag
niet zijn geblokkeerd door een ingescha-
keld antwoordapparaat.
Ruimtebewaking inschakelen en
bestemmingsnummer invoeren
¢
¢
v
í
Ruimtebewaking
¤
Gegevens in meerdere regels wijzigen:
Ruimtebew.:
Inschakelen door
Naar:
Displaytoets
§Wijzigen§
bestemmingsnummer invoeren.
Extern nummer: nummer uit het tele-
foonboek selecteren of zelf invoeren.
Alleen de laatste 4 cijfers worden
weergegeven.
Intern nummer: Een eventueel opge-
slagen extern nummer wissen.
(handset selecteren of
wilt dat alle aangemelde handset wor-
den gebeld)
.
§OK§
Met
§
nummer opslaan.
§Opslaan§
§OK
Gevoelighd:
Gevoeligheid van het geluidsniveau
(Laag
of Hoog) instellen.
¤
Wijzigingen opslaan (pagina 49).
36
Aan
te selecteren.
indrukken en
s
§INT§
allen, als u
Aan
De functie is nu ingeschakeld. Met v
kunt u direct overschakelen naar de instel-
lingen van deze functie.
Ingesteld extern bestemmingsnummer
wijzigen
¢
¢
v
í
Ruimtebewaking
s
Naar de regel
Displaytoets indrukken.
§Wijzigen§
X
Bestaand nummer wissen.
¤
Nummer invoeren zoals beschreven bij
Ruimtebewaking inschakelen en
bestemmingsnummer invoeren
(pagina 36).
¤
Wijzigingen opslaan (pagina 49).
Ingesteld intern bestemmingsnummer
wijzigen
¢
¢
v
í
Ruimtebewaking
s
Naar de regel
Displaytoets indrukken.
§Wijzigen§
Displaytoets indrukken ter
§Ja§
bevestiging.
¤
Nummer invoeren zoals beschreven bij
Ruimtebewaking inschakelen en
bestemmingsnummer invoeren
(pagina 36).
¤
Wijzigingen opslaan (pagina 49).
Ruimtebewaking op afstand
uitschakelen
Voorwaarden: het toestel ondersteunt
toonkiezen en er is een extern bestem-
mingsnummer ingesteld.
¤
De door de functie Ruimtebewaking
gestarte oproep beantwoorden en de
toetsen 9 ; indrukken.
Na het verbreken van de verbinding is de
functie uitgeschakeld. U ontvangt geen
nieuwe oproepen meer van de functie
Ruimtebewaking. De andere instellingen
van de functie Ruimtebewaking
(bijvoorbeeld geen belsignaal) blijven
Naar:
gaan.
Naar:
gaan.