Lucht/water-
Minimale de-
warmte-
biet tijdens
pomp
ontdooien
(100%
pompsnel-
heid (l/s)
HBS 05-6/
0,19
AMS 10-6
HBS 05-12/
0,19
AMS 10-8
HBS 05-12/
0,29
AMS 10-12
Voorzichtig!
Een te klein cv-systeem kan tot schade aan de
machine en storingen leiden.
VVM S320 vormt samen met een compatibele
lucht/water-warmtepomp (zie paragraaf "Buitenmodules)
een complete installatie voor verwarming en warmtap-
water.
Voor dit systeem is een radiatorcircuit vereist dat is
ontworpen voor een verwarmingssysteem met lage
temperatuur. Bij de laagste gedimensioneerde buiten-
temperatuur zijn de hoogst aanbevolen temperaturen
55 °C voor de aanvoerleiding en 45 °C voor de retourlei-
ding, maar VVM S320 kan temperaturen aan tot 70 °C.
Overloopwater uit het overstortventiel gaat via een
overstortkom naar een afvoer, zodat er geen kans op
letsel bestaat door opspattend heet water. De overloop-
leiding moet over de hele lengte aflopen om waterzak-
ken te voorkomen. Bovendien moet de leiding vorstvrij
zijn aangelegd. De uitstroomopening van de afvoerleiding
moet zichtbaar zijn en mag niet te dicht bij elektrische
componenten worden aangebracht.
NIBE raadt aan de VVM S320 zo dicht mogelijk bij de
warmtepomp te installeren voor optimaal comfort. Zie
voor meer informatie over de locatie van de diverse on-
derdelen het hoofdstuk "Installatiealternatieven" in deze
handleiding.
LET OP!
Zorg ervoor dat ingaand water schoon is. Bij
gebruik van een eigen bron moet misschien
een extra waterfilter worden toegevoegd.
Voorzichtig!
Alle hoge punten in het afgiftesysteem moeten
worden voorzien van ontluchtingskleppen.
16
Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen
Minimaal
Minimaal
aanbevolen
aanbevolen
leidingafme-
leidingafme-
tingen (DN)
tingen (mm)
20
22
20
22
20
22
Voorzichtig!
Voordat de binnenmodule wordt aangesloten,
moeten de leidingsystemen worden doorge-
spoeld om te voorkomen dat componenten
beschadigd of verstopt raken door verontreini-
gingen.
Voorzichtig!
Start het systeem niet voordat u het gevuld
hebt met water. Componenten in het systeem
kunnen anders beschadigd raken.
SYSTEEMVOLUME
De VVM S320 is voorzien van
een expansievat met een in-
houd van 10 liter.
De voordruk van het expansie-
vat moet worden bepaald op
basis van de maximale hoogte
(H) tussen het vat en de
hoogst geplaatste radiator (zie
afbeelding). Een voordruk van
0,5 bar (5 mwk) betekent een
maximaal toegestaan hoogte-
verschil van 5 m.
Het maximale systeemvolume
exclusief de boiler is 220 liter bij de bovengenoemde
voordruk.
NIBE VVM S320