Opmerking
Deze invoer moet met 'Opslaan' worden bevestigd.
3. Tik op het schakelvlak 'Opslaan'.
4. Maak een nieuw HTTP-commando aan.
5. Selecteer daarna het commandotype.
6. Voer bovendien een naam (voor latere toewijzing) en de commandowaarde (hexadecimale
waarde) voor het commandotype in.
7. Tik ter afsluiting op het schakelvlak 'Opslaan'.
De TCP-oproep kan nu voor de functie 'Trigger' worden gebruikt.
8.5.6
Datalogger
Opmerking
U dient er rekening mee te houden dat bij de aanpassing van een bestaand
project of als een extra project moet worden gemaakt, altijd een toegang via de
myBUSCH-JAEGER moet worden verkregen.
Open hier de toepassing 'Busch-ControlTouch' (pad: Startpagina -> Service &
Tools -> myBUSCH-JAEGER -> Mijn installaties -> Busch-ControlTouch
Kies hier bij meerdere apparaten het gewenste apparaat uit de lijst. Op het
tabblad 'Projecten' kunnen de aanpassingen worden uitgevoerd.
Via het menupunt 'Datalogger' kunnen de gegevens van componenten worden opgenomen.
Hiermee wordt vastgelegd welke gegevenspunten moeten worden opgeslagen. Deze kunnen
dan met het bedieningselement 'Datalogger' grafisch worden weergegeven.
Afb. 32:
Datalogger toevoegen
1. Tik op het menupunt 'Datalogger'
2. Tik op het schakelvlak 'Datalogger'
KNX Technisch Handboek 2CKA002273B8902
Inbedrijfname
®
).
│47